Nieuw Zeeland | Deel 5 | |
9
december 2002 Vandaag
gaan we Kayakken. Na het ontbijt worden we opgehaald door
Jeff van Alpine
River Guides, die ons zal gaan begeleiden op de Clutha
rivier. Wij zijn absolute beginners en
daarom varen we op een grade II rivier. Redelijk stromend
met een paar aardige stroomversnellingen. Het weer is
perfect: zon en zo'n 20 graden of meer. Erik past niet in de
grootste maat kano en daarom moet Claire, de vrouw van Jeff,
weer terug naar huis om een speciale kayak te halen waar je
niet in, maar op zit. Ik pas prima in de kayak en na een
proefsessie in omvallen-en-uit-de-kayak-glippen,
gaan we op weg. Het begin is makkelijk. Dan komen er een
paar stroomversnellingen met golven, maar we blijven goed
overeind. Ook de "Washing Machine" en de "
Mother Rapid" krijgen ons er niet onder. Jeff is een
uitstekende gids en instructeur die ons goede aanwijzingen
geeft en aanmoedigt. Na ruim 2,5 uur peddelen is de tocht
volbracht. Jeff brengt ons terug naar Wanaka en we lunchen
daar. 's middags maken we een autorit door de Otago streek.
Eerst naar Cromwell (saai en zo genoemd om de Ierse
immigranten te pesten) en Bannockburn, waar we wijnproeven
op de Mt
Difficulty winery. Dan gaat het verder richting de
oude Kawarau brug, waar je bij AJ
Hackett de originele bungy
jump kunt doen. De springers krijgen een diploma, een
T-shirt en
tegen extra betaling zelfs een video-opname. Wij gaan alleen
kijken hoe anderen hun doodsangsten overwinnen en aan het
elastiek het diepe rivierdal inspringen. De toeschouwers
staan op speciaal aangelegde uitkijkplatforms. We rijden
verder en gaan via de Crown Range Road terug naar Wanaka.
Dit is de hoogst gelegen Main Route van Nieuw Zeeland (op
1120m hoogte) en voert langs Cardrona waar nog het Cardrona
hotel staat uit de tijd van de Goldrush, in oude
glorie (het gerenoveerde hotel gaat schuil achter de
geconserveerde oude gevel). Ernaast staat de geconserveerde
winkel met postkantoor (niet toegankelijk). In
Wanaka eten we Mexicaans bij Amigas. 10
december 2002 Na het slechte ontbijt bij Kai Whakapai (mislukte scrambled eggs en keiharde toast) rijden we via de Crown Range Highway naar Arrowtown. Dit stadje heeft nog wat van het Gold rush erfgoed weten te restaureren en conserveren. Deze korte goldrush begon nadat Willam Fox hier in 1862 als eerste goud vond en duurde ongeveer 10 jaar. Op haar hoogtepunt had Arrowtown 7.000 inwoners, nu nog 1.200. De hoofdstraat van het oude centrum bestaat uit houten huizen met gevelborden uit vervlogen tijden. Iets verderop ligt de voormalige Chinese settlement. Die herinnert aan de donkere zijde van de goldrush periode. De chinezen moesten tijdens de goldrush apart wonen in kleine hutjes. Zij werden gediscrimineerd, kregen de helft van het salaris voor het zelfde werk dat Europeanen kregen en hadden een zwaar bestaan. De meesten remigreerden (min of meer gedwongen), maar zonder de rijkdom waarvan ze hadden gedroomd. De Chinese settlement is indertijd verlaten en is 15 jaar geleden geconserveerd.
Heel de ochtend regent het al pijpenstelen, maar na
Arrowtown klaart het op. We rijden via Queenstown en dan
verder naar het zuiden langs Lake Wakatipu. Met de
optrekkende wolken en de hoge bergen er omheen een prachtige
introductie in het Southland. De weg
naar Te Anau in Fiordland is toch nog lang.
Na Queenstown nog ruim 170 km. Ook hier is het land zeer
leeg. Slechts een paar minuscule gehuchtjes komen we tegen
tot we uiteindelijk in Te Anau in Fiordland
aankomen aan het gelijknamige meer. We nemen onze intrek in
de YHA
jeugdherberg. Het stadje is niet al te groot en niet
echt bijzonder (net als de meeste plaatsen in NZ) en ook
weer gericht op toerisme. Heel veel accommodatie, redelijk
wat restaurants en veel organisatoren van excursies, m.n.
naar de Sounds of fjorden. 's
avonds eten we bij Radcliff
Café & Bar. Zeer smakelijk en fantasierijke
gerechten in een rustige omgeving. Later
op de avond komen we terug voor een optreden van de
gitarist/zanger Ben Fulton, die op zomertournee is. Aardige
liedjes en vol overgave gebracht. Jammer dat veel bargasten
gewoon door kwebbelen tijdens zijn optreden. 11
december 2002 We
ontbijten bij de Bakery en rijden vervolgens naar Manapouri
aan het gelijknamige meer. Hier gaan we aan boord voor onze
cruise in de Doubtful Sound met Real
Journeys. Dat wil zeggen, we steken eerst Lake
Manapouri over met een boot. Dit is het op vijf na grootste
meer van Nieuw Zeeland en het op een na diepste. Aan de
overkant stappen we over op een
bus, die ons over de Wilmott pass brengt, dwars door het
regenwoud. Het woud is dicht begroeid met varens, berken en
rimu. De rit gaat over de meest afgelegen weg van Nieuw
Zeeland. Hij sluit niet aan op andere wegen en verbindt
alleen het Manapouri meer met de Doubtful Sound. Het weer is
somber en het regent behoorlijk. De Doubtful Sound is nog
deels in mist gehuld. Doubtful is de op één na grootste
fjord van de 14 fjorden in dit gebied. De fjord is maximaal
430 meter diep. We gaan aan boord van weer een boot die ons
over de Sound zal vervoeren. De sound is eigenlijk een
fjord, omdat ze door een gletsjer is gevormd en niet door
een rivier. Op de sound is het uitzicht op de bergen en het
groen indrukwekkend.
Door de grote hoeveelheden regen die hier vallen zijn er
talloze watervallen die het water van de bergen afvoeren
naar de fjord. We varen zo'n 40 km de richting zee. We gaan
niet de zee op omdat de zeegang te heftig is. We merken dat
al want als we open zee naderen begint de boot al behoorlijk
te deinen. In tussen hebben we ons lunchpakket verorberd. We
keren via wat zijarmen weer terug. Onderweg zien we nog wat
pelsrobben en - zeer gelukkig - een groep van ongeveer 10
Bottlenose Dolfijnen of Tuimelaars. Deze zijn een stuk
groter (tot 3 meter lang) dan de dolfijnen waar we in
Kaikoura hebben gezwommen. Ze gaan vrolijk op en neer. We
mogen niet klappen of fluiten, want dat is tegen de regels.
Na een tijdje van de dieren te hebben genoten gaan we verder
naar het beginpunt aan Deep Cove. Daar
staat
ons nog een bezoek aan de elektriciteitscentrale te wachten.
Het is een krachtcentrale die gebruik maakt van het
hoogteverschil tussen Lake Manapouri en de Doubtful Sound.
In de berg heeft kanalen geboord en turbines ingebouwd,
waarmee stroom wordt opgewekt. Via een tunnel, die
spiraalgewijs de berg in gaat, rijden we met bus en al naar
binnen. Op zich wel aardig, maar na al dat natuurschoon niet
zo boeiend. Dan volgt de laatste etappe over Lake Manapouri
weer terug naar het vaste land. We
rijden weer naar Te Anau waar we 's avonds Italiaans eten
bij La
Toscana. Prima eten. tonnetje rond verlaten we de
zaak. We drinken nog een biertje en wijntje bij de Radcliff
bar. Te Anau - Dunedin: 290 km 12
december 2002 Vandaag
rijden we naar Dunedin.
Daarvoor moeten we het zuidereiland oversteken naar de
Oostkust. Het is redelijk mooi weer en de reis verloopt
voorspoedig. Dichter bij Dunedin wordt het bewolkt en begint
het met regenen. We vinden ons B&B, de Albatross
Inn vrij vlot. Op zich is het wel een aardige tent,
maar het meubilair is hier en daar dringend aan vervanging
toe. Voordeel is het gratis internet. We lunchen in een café
(Capers) aan George St. We verkennen het centrum. Het
spoorwegstation uit de late 19e eeuw is mooi bewaard
gebleven en van binnen rijk gedecoreerd met porselein en
majolica, speciaal voor de NZ Railways gemaakt door Royal
Doulton in Engeland. Het centrale plein van Dunedin is de
Octagon,
zoals de naam doet vermoeden een achthoekig plein. Daaraan
zijn het stadhuis, de St Paul's Cathedral en het Regent
theater gelegen. In het stadhuis is ook de VVV. De
kathedraal is
wel aardig, dateert uit 1909 en heeft een apsis uit 1971.
Even verderop is de First Church. Een schotse
presbyteriaanse kerk uit dezelfde periode. Alles is de
grijze steensoort die aan Edinburgh doet denken, de
hoofdstad van Schotland, waaraan Dunedin zijn naam ontleend.
De schotse erfenis is duidelijk voelbaar. Er zijn veel
Schotse winkels - zelfs Kilt kleermakers - en er wapperen
hier en daar Schotse vlaggen. De winkels gaan vroeg dicht,
om vijf uur. 's avonds eten we bij Abalone, een trendy restaurant en bar, met een prima keuken.
|