Woensdag, 25 November 1998
We zijn weer heel v roeg
wakker.
We ontbijten in een hotel om de hoek. Om kwart over acht
worden
we
opgehaald voor onze snorkeltour met SUNLOVER
CRUISES . We varen met een Catamaran naar Fitzroy
Island. Hier
kunnen we
ruim een half uur aan land. We worden vliegensvlug door een
stukje
tropisch
regenwoud geleid en krijgen een stortvlo ed
aan
informatie over de vegetatie over ons heen. Sommige van de
deelnemers
blijven de rest van de dag op het eiland, maar de meesten,
waaronder
wij, gaan
weer aan boord richting Moore Reef, een deel van het Great
Barrier
Reef. Aan
alles is gedacht. We worden uitgebreid geïnstrueerd over hoe
we moeten
snorkelen en wat we kunnen verwachten (met videobeelden).
Gedurende de
hele dag
is een "videographer" actief die de excursie op video
vastlegt.
Natuurlijk heeft men ook een "obligation-free photo" van ons
geschoten. Bij Moore Reef heeft Sunlover een permanent
ponton liggen
waar we
aanmeren. Vanaf de ponton kunnen we tal van activiteiten
ondernemen:
tochtje met
"semi-submersible" (een soort duikboot), duiken, snorkelen
en zelfs
een helicoptervlucht (extra kosten). Wij brengen het
grootste deel van
de tijd
door met snorkelen. Het koraalrif is prachtig. Veel
kleurrijke vissen
en andere
organismen waar je ook kijkt. Aan boord kunnen we gebruik
maken van een
uitstekend en uitgebreid lunchbuffet. Het is allemaal
prachtig. Op de
terugweg
naar Cairns wordt de video van de dag vertoond, die we
kunnen kopen.
Erik kan de
verleiding niet weerstaan.
's Avonds eten we in Casa Mia een
mediterraan BYO restaurant. We zijn de
enige gasten, en dat is vreemd. Het heeft een prachtige tuin
en een
uitstekende
keuken. Ook de bediening is prima. Daarna gaan we naar Club
Trix, de
enige gay
club die Cairns rijk is (we laten ons vertellen dat er
binnenkort nog
een
bijkomt). Het is er redelijk druk voor een woensdag. Helaas
zijn er wel
een paar
stomdronken Aboriginals die even lastig willen worden, maar
alles loopt
goed af.
Donderdag, 26 november 1998
Deze morgen beginnen we met "fijn een
stukje rijden" in onze
huurauto. We rijden naar Trinity Beach, een
badplaatsje even ten noorden
van
Cairns. Het is erg rustig op het overigens prachtig gelegen
strand. Van november
tot maart is zwemmen alleen mogelijk binnen het "Stinger
net". Dat is
een drijvend net dat in het water is uitgezet om de kwallen
(box
jellyfish)
tegen te houden. Deze kwallen zijn dodelijk en teisteren de
kust van
Queensland.
Gelukkig komen ze niet verder dan 1 km uit de kust, dus
gisteren op het
rif
hadden we niets te vrezen. Erik neemt een duik in het bijna
warme water
(minstens 28° ). Om halftwaalf zijn we bij de Skyrail.
Dit is een kabelbaan van 7 km lang, die over het tropisch
regenwoud
naar Kuranda
voert. Onderweg kun je twee keer uitstappen om een wandeling
door het
woud te
maken. Op de eerste stap doen we dat met een ranger over de
board walks.
We zien
allerlei imposante bomen en varens. Bij de tweede stop is er
een mooi
uitzicht
op een waterval. In Kuranda eten we wat en lopen wat
rond. Terug gaan
we met de
scenic railway. Een historische trein uit 1914. Het traject
is mooi,
maar in
vergelijking wat we vanuit de Skyrail hebben gezien valt het
een beetje
tegen.
Na de treinreis gaan we nog even naar Ellis Beach.
Onderweg worden we
gestopt
door een politieauto, omdat ik 93 i.p.v. 80 km/u rijd. Met
een
waarschuwing
("you're the second Dutchman today") komen we er vanaf.
Vrijdag, 27 november 1998
Na het ontbijt rijden we
naar Mission
Beach, zo'n 130 km
zuidwaarts. Het is een mooi gelegen badplaatsje. We logeren
in
Castaways
resort.
Lekker luxe na al die backpacker adressen. Het ligt aan het
strand en
heeft ook
nog een eigen zwembad. Na de lunch maken we twee wandelingen
door het
tropisch
regenwoud, dat Mission Beach omgeeft. We zoeken tevergeefs
naar de
Casowary, een
zeldzame Australische loopvogel die zich hier in de bossen
ophoudt. Op
de eerste
wandeling langs Lacy Creek Forest Circuit word ik levend
opgegeten door
een
legertje muggen. Genieten van het mooi woud is zo wel erg
moeilijk. We
rijden
terug het dorp in en kopen een busje muggenspray. Onze
tweede
wandeling, over
het Bicton Hill Track gaat bergop door Coastal Rainforest.
Onze klim
door de
vochtige hitte, wordt beloond met een grandioos uitzicht op
de kust en
de
eilanden.
's Avonds eten we bij Miller's on the
Beach
in het naburige Wongaling Beach.
Deze avond is er een buffet met veel vis. Wel lekker. Vanaf
ons
tafeltje kunnen
we de padden voorbij zien hoppen.
Zaterdag, 28 november 1998
We gaan op weg naar
Townsville, waar we auto moeten
inleveren. We komen er rond 12 uur aan. We lopen wat rond in
het
centrum, waar
het opvallend stil is voor een zaterdagmiddag. Na de lunch
zet ik Erik
met
bagage af bij de ferry terminal en ga op weg om de a uto
in
te leveren. Aangekomen op het opgegeven adres, blijkt Budget
te zijn
verdwenen of, wat waarschijnlijker lijkt, verhuisd. Het
opgegeven
telefoonnummer
klopt ook niet meer. Via het algemene nummer van Budget kom
toch nog
achter de
nieuwe locatie. Met een taxi ga ik terug naar de ferry
terminal. Vanuit
Townsville onderhoudt Sunferries
12 per dag een snelle verbinding met
Magnetic
Island voor voetpassagiers. Om halfvier varen we naar
Magnetic Island,
zo genoemd
door Captain Cook, omdat zijn kompas van slag raakte toen
hij erlangs
voer. Op
het eiland worden we opgewacht door Stella Marshall van
Marshall's
B&B, die
ons meteen een oriënterende rondrit over het eiland geeft.
De B&B
is vrij
eenvoudig, maar de ontvangst is zeer vriendelijk. Stella is
wel zeer
nadrukkelijk aanwezig en overlaadt ons met tips die ons
verblijf op het
eiland
moeten veraangenamen. Alles heel goed bedoeld, maar soms een
beetje
vermoeiend.
We gaan naar het strand van Arcadia, het gehucht waarin de
de B&B
gevestigd
is. Het water is heerlijk. Hier is het niet nodig om achter
een
Stingernet te
zwemmen. Vervolgens gaan we de Rock Wallabies voeren. Dit is
een
variant van de
Wallabies die bijvoorkeur in de rotsen woont. Bij de
aanlegsteiger van
de
autoferry in Arcadia zit een grote groep. Rond een uur of
zes kun je ze
met
groente en fruit afval verleiden om de rotsen uit te komen.
Ze zijn
schuw, maar
toch nieuwsgierig en eetgraag. "Never too afraid for a good
tucker (=
hap,
maaltijd), mate", constateert een ex-eilander die zijn
dochter de
Wallabies
laat zien.
's Avonds eten we bij Trattoria, een
eenvoudig BYO restaurantje in Arcadia in
de openlucht met een pracht uitzicht op het strand. Vanaf
ons tafeltje
zien we
wallabies en possums langshuppen.
Zondag, 29 november 1998
Vandaag hebben we een Moke gehuurd, bij
Moke Magnetic. Het is een soort
autootje waarmee je op je gemak de begaanbare wegen van het
eilandje
kunt
verkennen. Wel grappig. Het kost maar A$35 per dag (plus 30¢
per km). We karren eerst naar het noorde n,
naar
Horseshoe bay. Daar doen we een korte wandeling richting
Balding
Bay en
Radical Bay. Het is om 10 uur al knap warm en dus tijd om op
het strand
te gaan
liggen. Horseshoe bay beach ligt aan de noordzijde van het
eiland en
hoewel de
kans op kwallen bijzonder klein is, is hier toch een
Stingernet. Na
twaalf uur
gaan we lunchen op een mango plantage net buiten Horseshoe
Bay. De
keuken is een
caravan en de tafels staan tussen de mango bomen.
Ondertussen lopen de
kippen
tussen de tafels rond pikken alles wat van tafel valt op.
Wel lekker
gegeten. We
rijden weer helemaal naar het zuiden naar Picnic Bay. Op de
boulevard
drinken we
wat. Rond een uur halfvijf gaan we naar the Forts. Dit zijn
restanten
verdedigingswerken uit de tweede wereldoorlog. Op zich zijn
die niet
erg
bezienswaardig, maar het uitzicht vanaf dit punt is wel erg
mooi.
Bovendien moet
het hier vergeven zijn van de koala's. Op het geluid af te
gaan is dat
ook zo.
De mannetjes koala's schreeuwen er lustig op los, maar te
zien krijgen
we ze
nauwelijks. Slechts één zien we in een boom zitten op een
van de
zeldzame
ogenblikken dat ie niet slaapt.
Maandag, 30 november 1998
We beginnen de dag met
het
inleveren van de Moke. Daarna genieten we van het heerlijke
strand van
Arcadia.
Rustig en lekker water. 's Middags brengt Paul Marshall ons
naar de
ferry. Op de
ferry bestellen we een taxi, die ons bij aankomst in
Townsville staat
op te
wachten. Hij brengt ons naar het vliegveld Vandaar vliegen
we naar
Brisbane,
zo'n 1100 km zuidelijker. Rond zeven uur komen we daar aan.
In Brisbane
overnachten we in The
Heritage Hotel (nu Stamford
Plaza). Lekker luxe met alle mogelijke
voorzieningen. We eten in Il
Centro, een moderne Italiaan met Australische invloeden. Het
ligt op
een
prachtige locatie aan de Brisbane River. Het is
maandagavond, maar we
willen
toch iets van de locale gay
scene
meepikken. Het valt niet tegen, hoewel het natuurlijk niet
echt druk
is. We
maken het niet al te laat. Om 12 uur nemen we de taxi terug
naar het
hotel.
Dinsdag, 1 december 1998
Na een uitgebreid
ontbijt
gaan we bij Budget
onze nieuwe huurauto
ophalen. Dit keer is het een Nissan Pulsar. Voor we afreizen
gaan we
eerst nog
even e-mailen en internetten. We zien
dat
Feyenoord nog steeds stijf boven aan de ranglijst staat en
dat het
in
Nederland vriest dat het kraakt, terwijl wij hier van het
zonnetje
genieten bij
28 graden! Wat kan het leven toch mooi zijn. We rijden naar
Byron Bay
in New
South Wales. Het is een nogal alternatief plaatsje. Je vindt
er een mix
van
hippies, surfers en New Age achtige jongeren. Wel allemaal
heel
sympathiek. De
surf kan behoorlijk hoog zijn. Leuk om te zien is ook dat de
dolfijnen
met de
surfers mee zwemmen tot vlak bij het strand.. In het Backpacker
Holiday
Villlage
hebben we een tweepersoons kamer in een zespersoons unit. 's
Middags
gaan we op
zoek naar het Broken Head
strand.
We vinden het na een wandeling door een regenwoud. De golven
zijn hoog
en het
strand is prachtig gelegen. Maar om vijf uur als de zon weg
is, wordt
het
behoorlijk fris.
's Avonds eten we in het South Indian
Curry
Restaurant. Een klein BYO
eethuisje met heerlijke curries.
Woensdag, 2 december 1998
Vandaag gaan we het achterland van Byron
Bay verkennen. We rijden naar Minyon
Falls, ongeveer een uur landinwaards. Om de
watervallen te bereiken
moeten we
een flink eind over onverharde wegen rijden. Bovendien wordt
de weg een
paar
keer gekruist door snelstromende
beekjes waardoor een zgn.
causeway of floodway
is aangelegd. Het is allemaal gelukkig ondiep genoeg om door
heen te
rijden.
Intussen is het behoorlijk gaan regenen en is het uitzicht
een stuk
minder
geworden door laaghangende bewolking. Als we bij de
watervallen
aankomen is het
gelukkig droog geworden en de bewolking een stuk
opgetrokken. We maken
wat
foto's, maar als we terug bij de auto komen bemerken we tot
onze schrik
dat een
ruitje van de auto is ingeslagen. Er is gelukkig niets
gestolen (er was
ook niet
veel te stelen), maar we zitten wel met een open ruit en dat
bij, de
inmiddels
weer begonnen, regen. Na wat heen en weer gebel met Budget
kunnen we in
Ballina
(± 30 min ten zuiden van Byron) een andere auto ophalen. Het
is een
grotere,
dit keer een Toyota Camry. We gaan weer naar het Broken Head
strand,
waar
inmiddels de zon lekker is gaan schijnen. Aan het eind van
de middag
rijden we
naar de vuurtoren van Byron Bay, die op het meest oostelijke
punt van
Australië
staat. De heuvel waarop de vuurtoren staat biedt een mooi
uitzicht
langs de
kustlijn en op Byron Bay zelf.
We beginnen de avond door een cocktail te
bestellen op het terras van het
Beach
Hotel. Dat ligt ideaal op de hoek van Jonson St en Bay
St recht
tegenover
het centrale strand van Byron Bay. Het heeft een groot
terras en is
altijd druk
bevolkt door een dwarsdoorsnede van de lokale bevolking en
toeristen.
Vervolgens
gaan we naar Byron Thai, waar we voortreffelijk Thais kunnen
eten. We
ronden de
avond af met een cappuccino bij Cocomango, een trendy café
aan Jonson
St.
|