|
mei 2017 |
We staan vroeg op en ontbijten om 7 uur. Na het ontbijt rijden we naar de
rotstekeningen van White Lady in het Brandberg massief.
We rijden tot een
gidsen post. Daar worden we voor 140 Namibische dollar aan een gids
gekoppeld, die met ons de één uur lange wandeling maakt naar de
rotstekeningen. De wandeling is mooi en de gids vertelt honderduit over de
natuur, de dieren en planten. We zien hagedissen, een adelaar, kevers,
kikkervisjes en sporen van een luipaard, slangen, stekelvarken. Ook
uitwerpselen van olifanten, die hier soms komen. Gelukkig niet vandaag, want
dan kun je er niet langs. Voor de rotstekeningen moeten we aan het eind van
de wandeling een beetje stijgen. Daar hijgen we even uit, want de wandeling
is toch wel inspannend en de zon wordt al snel erg warm. De rotstekeningen
zijn door het San volk aangebracht en zijn minstens 3000 jaar oud. De
polychrome tekeningen zijn wat jonger. De centrale figuur werd door
wetenschapper Breuil in 1950 voor een mediterrane vrouw aangezien en zo
werden de tekeningen bekend als White Lady. Inmiddels is de interpretatie
dat het om een man gaat (hij heeft een versierde penis), een sjamaan of
medicijnman die een rituele dans uitvoert om in een trans te geraken, waarin
hij zieken kan genezen. Er zitten nog veel meer figuren omheen, die door de
gids allen worden toegelicht. Vervolgens werpen we een blik op de
Königstein, de hoogste bergtop van het land en aanvaarden we de terugtocht.
Dat gaat iets sneller en in driekwartier zijn we bij de auto. We rijden
vervolgens in 1,5 uur naar
Twyfelfontein Country Lodge. Onderweg zien we een grote groep bavianen
door het veld trekken.
Als we in Twyffelfontein aankomen horen we dat er een kudde olifanten in
de buurt is. We kunnen meteen gaan kijken. Een hotelmedewerker springt bij
ons in de auto en gidst ons er in twee minuten heen. De olifanten liggen te
rusten in het struikgewas. Toch heel leuk. We weten nu waar ze zijn en
kunnen later in de middag zelf terugkeren.
Later in de middag komen de Olifanten in beweging. Vanaf onze kamer en
balkon kunnen we ze zien met onze verrekijker. We gaan er op af en kunnen ze
van relatief korte afstand bekijken. Na een tijdje gaan we terug naar de
lodge, maar een enkele olifant komt ook naar de lodge en zelfs het terrein
op. De hele lodge is in rep en roer, inclusief het personeel, want zo gewoon
is dat niet. De olifant houdt iedereen een uur bezig en trekt zich dan
langzaam terug.
’s Avonds eten we van het buffet. Het eten is gewoontjes. Niet erg
bijzonder, maar de setting is wel prachtig.
Weer: zonnig tot 27⁰.
Na het ontbijt rijden we naar het
Living Museum of the
Damara. Het is een soort openlucht museum waar de tradities van
de Damara in leven worden gehouden. We worden rondgeleid door een
Damaravrouw, slechts gekleed in een traditioneel rokje. We leren alles over
hun smeedkunst, medicijnen, huidenbewerking, vuurmaken en spelletjes. Als
het vuur op traditionele wijze is ontstoken – door wrijving tussen een
stokje en een blok – gaat het hele gezelschap dansen en zingen. Na al dit
moois krijgen we ook nog een bushwalk waarop we het jagen en verzamelen van
de Damara te zien krijgen. Er lopen twee peuters met ons mee, die op een
gegeven moment door ons opgetild willen worden voor een omhelzing. Na de
rondleiding komen we door de souvenirshop en kunnen we op weg naar de
volgende attractie. Dat zijn de orgelpijpen. Op de parking
moeten we ons inschrijven, N$100 betalen en onze auto aan de parkeerwacht
toevertrouwen. De orgelpijpen zijn een gesteente dat is gestold zo’n 120
miljoenjaar geleden in hoekige kolommen, die met wat fantasie op orgelpijpen
lijken. Iets verderop is de burnt mountain. Die valt een
beetje tegen: een zwarte kolos in de blakende zon.
Daarna rijden we naar de Twyfelfontein zelf.
Onderweg zien we een groep
struisvogels, die het op een rennen zetten. In Twyfelfontein aangekomen,
moeten we ons weer registreren en wordt er op de auto gepast. De verplichte
rondleiding duurt ongeveer 45 minuten. Dion leidt ons rond langs een grote
hoeveelheid rotstekeningen van het San volk. Ook weer zo’n 3000 tot 6000
jaar oud. Vooral veel voorstellingen van dieren. Sommige hebben een
religieus karakter andere meer educatief of informatief. Er is zelf iets wat
je een kaart van waterbronnen zou kunnen noemen. De zon staat inmiddels hoog
aan de hemel en het is erg heet. Terug bij de receptie drinken we wat en
gaan we terug naar de Lodge.
We gaan lunchen en daarna hebben we niet veel meer te doen. Ik ga in de
namiddag nog wat zwemmen in het frisse zwembad. 's avonds dineren we van het
buffet met een Kaapse Gewürztraminer (Delheim)
erbij.
Weer: zon en 28⁰
We rijden via Khorixas naar de Toshari Lodge net buiten het Etosha
National Park. In Khorixas tanken we en doen we een boodschapje. Onderweg
komen we springbokken tegen die de weg overspringen. Ook zien we groepen
bavianen door de vlakten trekken langs de weg. Een verdwaalde Oryx ontwaren
we in de verte. Tot Khorixas rijden op de vertrouwde gravelwegen. Dit keer
wel met de nodige heuvels en bochten. In Khorixas tanken we. Vanaf Khorixas
wordt de weg keurig verhard en kunnen we ook goed doorrijden. Onze auto
heeft een gps-tracker, die een piepsignaal geeft als we te hard rijden. 60
km/u voor in de stad en in NParken, 80 op onverharde wegen en 120 op
verharde wegen. Rijden we te hard, zijn we niet verzekerd. Nu kunnen we dus
lekker doorrijden.
De Toshari Lodge bereiken we rond 12
uur. We lunchen hier in het restaurant. De kamers zijn in kleine huisjes op
het terrein. We hebben een mooie kamer. Na de lunch rijden we naar Etosha
National Park. De ingang is 40 minuten rijden vanaf de lodge. We betalen
N$80 voor een dagvergunning en N$10 voor de auto. Al gauw zien we kuddes
zebra’s en springbokken. Hier en daar nog een gemsbok of oryx. We bezoeken
nog een paar waterholes, maar dat levert niet veel op. Etosha National Park
is relatief droog. Er zijn wel een groot aantal waterputten. Sommige daarvan
worden kunstmatig gevuld door middel van waterpompen, die grondwater
oppompen en op zonne-energie draaien. Dieren moeten drinken, dus meestal kun
je bij een waterhole gaan zitten en wachten op wat er langskomt, meestal 's
ochtends vroeg of in de late namiddag. Na zonsondergang mag je niet meer in
het park rijden. De zebra’s en springbokken zijn zeer goed vertegenwoordigd
in Etosha afgaande op wat we vandaag te zien krijgen. Om 4 uur rijden we
weer naar de uitgang van het park. Morgen zullen we terugkeren en verblijven
we ook hier.
In de Toshari Lodge drinken we een cocktail van de bar en dineren we van
het buffet. Dit is stukken beter dan dat van Twyfelfontein. Het vlees wordt
ook vers bereid op verzoek. Ik neem Kudu en Oryx.
Weer: zon, 28 graden
In Toshari hebben we een prima ontbijtbuffet. We wandelen weer
het hele
eind terug naar ons huisje, pakken in en gaan om 8 uur op weg naar Etosha.
Bij de ingang vragen een permit voor 2 nachten in Etosha en rijden door naar
het MET kantoor in Okaukuejo camp. Daar betalen we de permit. Inchecken voor
het resort kan pas om 11 uur. We rijden naar Okadengo water
hole ten noorden van Okaukuejo. We zien daar een hele grote kudde zebra’s.
Verderop zien we auto’s stil staan en mensen gebaren ons om dichterbij te
komen. Niet voor niets: vier leeuwen liggen hier uit te rusten. We maken
prachtige foto’s van de drie dames en een heer. We rijden verder en zien we
giraffes, gnoes en natuurlijk weer vele zebra’s en springbokken. We rijden
zo verder naar waterhole Adamax, maar daar is weinig te zien. Dan weer terug
richting
Okaukuejo, waar we rond 12 uur aankomen. We checken in, en gaan
lunchen in het buffet restaurant. Na de lunch schrijven we kaartjes en doen
ze op de bus. Vervolgens krijgen we de sleutel van de kamer. Het is een
kamer in een blok van een kamer of zeven. Wel een eind van de receptie af,
grenzend aan de camping – dat is minder.
We rusten uit, want we hebben lang in de auto gespeurd naar wilde dieren.
In de namiddag gaan we er nog eens op uit naar waterhole Salvadorana. Dat
ligt wel mooi aan de Etosha pan, maar er is niets te zien wat wild betreft.
Onderweg hebben we wel bokjes en giraffes gezien. Op de terugweg zien we een
gestreepte jakhals bij waterhole Nebrownie.
Terug in Okaukuejo gaan we rond 17 uur naar de waterhole van het camp.
Het is nog erg rustig. De lichten worden langzaamaan onstoken. Er
verschijnen twee jakhalzen, die wat vogels proberen te verschalken, hetgeen
niet erg lukt. Dan wordt het stil. We gaan eten in het buffet restaurant.
Het eten is beter dan vanmiddag, maar niet zo goed als in Toshari. De
organisatie is ook matig. Na het diner lopen we weer naar de waterhole. Dan
komt er precies een neushoorn een bad nemen. Hij doet rustig aan zijn wasje
en gaat dan langzaam het duister weer in. We horen leeuwengebrul en vaag is
een leeuw te zien, maar hij komt niet naar het water. Even later verschijnt
een andere neushoorn met een jong. Heel voorzichtig drinken ze wat, maar
gaan het water niet in. Dan lopen ze weg en na een hele tijd proberen ze het
nog eens. Weer gaan ze het water niet in en lopen weg. Dan wordt het weer
stil en wij gaan terug naar onze kamer. We hebben inmiddels al drie van de
big five gezien.
Ook deze kamer is voorzien van een klamboe. We zitten in een
malariagebied, wij zijn begonnen met de profylaxe en gebruiken deet in de
avond.
Weer: zon, 27⁰C
Na het ontbijt checken we uit bij de MET administratie en rijden
we
oostwaarts door Etosha. Etosha is enorm in omvang: ruim 22 duizend
vierkante kilometer. Dat is 2/3 van Nederland! We zijn op weg
richting Numotoni. Een kamp aan de Oostzijde van Etosha. Dat is 130 km
rijden over onverharde wegen. Soms redelijk, soms voorzien van “wasbordjes”
en gaten. Vlak voor Numotomi is er een waterhole waar veel wild op af
schijnt te komen: Chadup. We rijden er heen en worden niet
teleurgesteld. Er drinken twee giraffes een club zebra’s en steenbokken. De
giraffers zien drinken is een bijzonder gezicht.
Dan rijden we door naar Namutoni. Dat is een nepkasteel,
dat door de Duitsers hier eind 19e eeuw is neergezet. Volgens een
plaquette is het in 1904 bestormd door 500 Ovambo’s, maar de 9 (!)
heldhaftige Duitsers hielden stand. Ze worden herdacht door met hun namen op
de plaquette. We lunchen hier voor we de laatste 45km naar Onkoshi Camp
aanvangen. Deze voeren langs de oevers van de Etosha Pan, een enorme
opgedroogde zoutvlakte in het midden van het NP. Het is ruim 6000 km² groot.
De weg naar Onkoshi voelt als rijden naar het eind van de wereld. Eindeloos
rijden we zonder iets of iemand tegen te komen richting het kamp aan de rand
van de pan.
Onkoshi
bestaat uit 17 canvas bungalows op palen met uitzicht op de pan. Het
uitzicht is heel bijzonder. Ons bed staat naar de schuifpui gericht, dus
vanuit bed hebben we dit adembenemende uitzicht. Er is ook een restaurant,
een bar en een (ijskoud) zwembadje. We rusten wat uit, doen een dip in het
zwembad en luieren wat. Om 17 drinken we een cocktail bij zonsondergang. Om
18 uur is het diner. Het eten is wel aardig, maar niet uitzonderlijk. Om 19
uur gaan we op evening game drive. Onze gids Barnabas waarschuwt dat het
succes van een game drive veel met geluk te maken heeft. De natuur laat zich
niet sturen. We rijden eerst kilometers door het pikkedonker. Onderweg komen
we “lepeloorvossen” tegen. Dit zijn hele kleine vosjes die van termieten
leven. Ze hebben grote oren om deze insecten te kunnen horen. We rijden naar
een waterhole en na een paar minuten ontwaren we een gevlekte hyena. Daarna
een viertal zwarte neushoorns. Dat is bijzonder want deze neushoornsoort is
ernstig bedreigd in zijn bestaan. De neushoorns drinken en baden in de pool.
Dan komt er een olifant bij. Die drinkt heel veel. Per teug zo’n 8 liter en
per dag 125 liter. De neushoorns maken zich druk en dan komt er nog een
olifant. Barnabas licht ze aan met een schijnwerper. Foto’s maken is erg
lastig in deze omstandigheden. Het wordt wel frisser ’s avonds. Van 28
graden overdag naar 14 graden ’s avonds. Op de terugweg zien we nog een
springhaas.
Terug op de kamer drinken we nog een biertje en gaan onder de warme
deken. ’s Nachts wordt het erg koud.
Weer: overdag 28⁰, maar ’s nachts koelt het af naar 9⁰
We worden wakker met een prachtig uitzicht op de pan. Het is wel steenkoud. Gelukkig is het douchewater lekker warm.
Na het ontbijt gaan we op weg naar Rundu. Het is een
lange rit van ruim 400km. Gelukkig is vrijwel de hele route geasfalteerd en
buiten het park mogen we 120km/u rijden. Een eerste stop maken we in Tsumeb.
Hier tanken we en drinken we koffie bij de Wimpy. Koffiecultuur is aan de
Namibianen nog niet besteed. Het is een drukke provincieplaats met veel
winkels en benzinestations. Na de koffie en geld opnemen rijden we door. De
volgende plaats is Grootfontein. We willen hier wat lunchen, maar dat is
geen doen. Grootfontein is niet gezegend met een levendige horeca. We
eindigen met een broodje bij het Total benzine station. Dan de laatste
etappe naar Rundu. Onderweg komen langs twee checkpoints. Een voor MKZ
besmetting en een tweede van de gewone politie. Na wat vragen over herkomst
en bestemming mogen we doorrijden. Rond half drie komen we in de buurt van
Rundu. Ook dat is een drukke plaats met veel winkels, een ziekenhuis en
zelfs stoplichten en rotondes. Onze lodge, de Tambutih ligt aan de Okavango
rivier, die de grens vormt met Angola. We kunnen het buurland vanuit ons
hotel zien liggen.
De Tambutih Lodge bestaat uit
huisjes. Wij hebben een relatief grote met drie bedden en een enorme
badkamer. Later op de middag maken we een kleine wandeling naar de
rivieroever en turen naar Angola. Terug drinken we koffie en brengen de banden
van de auto op spanning.
We drinken een aperitief in de bar en vervolgens dineren we in het
hotel-restaurant. De keuken is volledig lokaal gericht. Ik neem een krokodil
en Erik een Oryx. Daarna heb ik een citroentaart en Erik een Mutili ijsje.
Lekker gegeten. Dat wel.
Weer: ’s ochtends ijskoud, maar in de loop van de ochtend warmt het op
naar 27⁰. In de avond koelt het af naar 17⁰C
We ontbijten met uitzicht op de rivier. Ook het ontbijt heeft een
Afrikaanse inslag. Erik heeft een locale muesli soort en ik een Namibiaanse
pannenkoek. Verder is het ontbijt wel traditioneel. We gaan op weg naar
Divundu. Het is een rechte weg van bijna 200km. Onderweg komen we weer langs
miniscule gehuchten, waar mensen in hutjes wonen in een soort kraal. We zien
de kinderen naar school lopen en de vrouwen water en boodschappen halen.
Mannen staan langs de weg te liften naar ergens anders. Na ongeveer 2,5 uur
zijn we in Divundu en verlaten we de B8 richting de
Nunda River Lodge. We worden nog
even aangehouden voor een politiecontrole en dan door naar de Lodge aan de
oevers van de Okavango. We worden allervriendelijkst ontvangen met een
welkomstdrankje. De faciliteiten van de Lodge worden uitgelegd. Er zijn game
drives, river cruises, dorpsbezoeken en visexcursies. We slapen in een
bungalow met zicht op de rivier. De bungalow kan niet worden afgesloten,
maar er is wel een safe. We lunchen om 12 uur. Het is hier een uur later
(Caprivi-tijd). Na de lunch doen we rustig aan, tot 4 uur. Vanaf ons balkon
zien we een vijftal nijlpaarden in de rivier spartelen en proesten. Dan
nemen we een wijntje op het terras en vervolgens begint om 16.30 de sunset
river cruise. We gaan eerst een stuk stroomafwaarts en zien krokodillen,
varanen, aalscholvers, kingfishers, egrets, reigers en nog veel meer.
Vervolgens keren we om en gaan stroomopwaarts. We zien nog meer
krokodillen, maar ook de nijlpaarden die we al vanaf ons balkon konden zien.
We varen door tot de Popa Falls, een watervalletje, of meer een
stroomversnelling in de Okavango. Op een eiland in de stroomversnelling
mogen we van boord en aan land om de waterval beter te kunnen bekijken en
fotograferen. Terug aan boord varen we weer naar de lodge en bekijken we de
nijlpaarden van dichterbij.
We zijn om 18.15 terug en om 19 uur begint het diner. Het eten is van
goede kwaliteit. We beginnen met een aardappel/blauwe kaassoep, vervolgens
Kudu met aardappelkroketjes en tenslotte ijs.
Daarna gaan we terug naar onze kamer.
Weer: koude start van 16 graden, maar het warmt op naar 24 graden.
Na het ontbijt rijden we met onze auto naar het Mahonga Core gebied van
het
Bwabwata National Park. Het reservaat ligt langs de rivier en veel
dieren trekken er doorheen om in de rivier te kunnen drinken en baden. We
zien de Sable, een vrij zeldzame antilope soort, die het hier goed doet.
Verder zien we veel steenbokken en impala’s. Dan zien we ineens een grote
groep buffels. Ze kijken ons argwanend aan. De buffel hoort ook tot de big
five. We hebben er nu dus 4 van de 5 gezien deze reis. Er zitten kalveren
tussen. In de verte zien we nog meer buffels in het water staan. Witte
vogels gaan op hun rug zitten. Verderop zien we groepjes wrattenzwijnen op
zoek naar eten. Het lijkt een gezinsverband met twee volwassenen en een
aantal biggen. Op kun knieën zoeken ze naar voedsel. Er lopen hier ook
Kudu’s rond, herkenbaar aan de witte strepen. Die zijn wel schuwer dan de
andere hertachtigen. We rijden naar de reusachtige Baobab boom vanwaar we
een mooi uitzicht hebben. Baobab bomen zijn enorm groot. Ze kunnen een
omtrek van 34 meter bereiken. We zien struisvogels en ook gieren, arenden en
valken. We komen ogen tekort. Een tijdlang hebben we het rijk alleen. Pas
als we richting uitgang gaan komen we anderen tegen.
We nemen vervolgens de tweede route door het park, die alleen geschikt is
voor 4WD. Deze route voert over 10km
naar een waterhole. Hier zien we veel minder dieren, maar toch weer
de nodige bokjes, kudu’s en zwijnen.
Dan is het tijd voor de lunch. We rijden terug naar de Lodge, maar eerst
nog even naar het dorp om te tanken. Het tanken neemt steeds veel tijd,
omdat de diesel niet lekker doorstroomt. Heeft te maken met de dubbele tanks
die we hebben.
In de lodge lunchen we (duurt heel lang voor het op tafel staat) en
daarna gaan we rusten. Rond 3 uur gaan we naar het Buffalo Core gebied van
het Bwabwata NP aan de andere kant van de Okavango rivier. Dit is veel
minder ontgonnen. Het is één lange weg, die steeds smaller wordt en de
kuilen worden steeds dieper en het wegdek steeds zanderiger. Na ruim een
half uur keren we om. De eerste dieren zien we pas na twintig minuten. Een
paar buffels schieten voor onze auto langs. Verder kudu’s, zwijnen, bokjes
en eekhoorntjes.
We keren terug naar de lodge.
Weer: bewolkt. Maximaal 25⁰C
Andere Reisverslagen | ||
terug | verder |