deel 3

Zondag 4 juni 2017

Divundu - Kasane: 428km

Vannacht zijn we uit onze slaap gehouden door een cicade, die ontzettend luid kabaal maakte. Tot gek wordens toe. Oordopjes hielpen niet en zelfs mijn koptelefoon bood niet 100% effect. We zijn uiteindelijk wel in slaap gevallen. Om 5 uur hield het beestje er mee op. Toen begonnen de nijlpaarden weer, maar dat is veel dragelijker. Na het ontbijt rijden we door het Bwabata reservaat naar de grens met Botswana. De weg naar het oosten was kaarsrecht en lang: ruim 400km. De route loopt voor een groot deel door het Bwabwata National Park en voortdurend worden gewaarschuwd voor overstekend wild. Lange tijd zien we helemaal geen wild, maar dan opeens zit er langs de kant een Cheetah ofwel een jachtluipaard! We zijn te verbaasd om een meteen een foto te nemen. Cheetahs zijn moeilijk te vinden. Ze leven alleen en vaak in afgelegen gebieden, waar ze de ruimte hebben om te jagen op snelheid. We draaien om, maar het dier is al vertrokken. Verderop zien we nog een aantal antilopen en bavianen.

De grenspassage gaat wat minder vlot dan we hoopten, omdat we aan de Nambische kans per ongeluk het loket voor het uitreisstempel voorbijrijden. We rijden vervolgens door een stuk niemandsland en bij de Botswaanse immigratie worden we teruggestuurd. Zonder uitreisstempel, inreisstempel. Dan voor een tweede maal door niemandsland om het stempel te halen en weer terug. Voor de invoer van de auto betalen we N$220 ofwel zo'n 30 euro. Daarna rijden we vlot door naar Kasane, aan de rand van het Chobe National Park. Hier zullen we 4 dagen blijven in de Chobe Bush Lodge. In Kasane en vooral rond ons hotel is het vergeven van de bavianen en de wrattenzwijnen. We boeken voor morgen een game drive en voor dinsdag een excursie naar de Victoria Watervallen.

We dineren in het hotel, hetgeen een groot genoegen is. De bediening en het eten zijn van goed niveau.

Weer: bewolkt met zo nu en dan zon. Tot 27 graden.

maandag 5 juni 2017

We doen ’sChobe River ochtends rustig aan. We brengen ons wasgoed weg naar de Itenge wasserij. Ze zitten achter de Mandela bar, tegenover het busstation.  We betalen 33 Pula per kilo. Vervolgens gaan we koffie drinken bij de Coffee Buzz, waar ze zowaar echte capucino schenken. De eerste in vele dagen. Volgende stop is het postkantoor om de kaartjes te posten. Dan rest nog en bezoek aan de Mascom winkel voor een prepaid simkaartje. Mascom is de grootste mobiele provider in Botswana. We moeten daarvoor wel een paspoort overleggen en dan worden we aangesloten op het mobiele netwerk van Botswana.

We lunchen in het hotel en om 15 uur rijden we weg met het safarivoertuig voor de namiddag game drive. De ingang van het Chobe National Park is 4km van de lodge. Al gauw zien we buffels en langs de Chobe rivier veel badende olifanten. Verscheidene groepen olifanten Olifanten Chobenemen uitgebreid een bad in de rivier. Het zijn groepen van mannelijke dieren. Ze spelen met elkaar. Na het bad gooien ze zand over hun rug ter bescherming tegen insecten en de zon. De kudu’s zijn ook present, maar ook de puku’s. Die zijn vrij zeldzaam en worden met uitsterven bedreigd. Ze hebben een dikkere vacht, maar zijn tamelijk weerloos. Impala’s zijn er hier in overvloed. In de verte zien we buffels aan de oevers van de rivier. We zien nog veel meer olifanten, maar ook gestreepte mongoose. Deze kleine dieren eten de meest giftige slangen. We zien ook de parelhoender, die heel taai schijnt te zijn.leeuw - chobe De Afrikaanse zeearend zit in de boom en we zien ook een aantal gieren. Net als de roodsnaveltok. Zebra’s zijn er hier niet veel. Na heel veel moeite ontdekken we er welgeteld drie. Aan het eind van de drive, als we al op weg naar de uitgang zijn krijgt de gids blijkbaar bericht via zijn radio over een sighting. We nemen een afslag en komen oog in oog met een eenzame leeuwin. De zon is al onder, maar ik kan toch mooie plaatjes maken. De middag is helemaal geslaagd.

Terug in Kasane eten we bij de Old House. Eenvoudig restaurant, maar wel leuk gelegen in een tuin. We eten burger en pizza.

Weer: zon, 28 graden.

dinsdag 6 juni 2017

We staan vroeg op want om 7.50 vertrekt de dagtocht naar Victoria Falls in Namibië. In de bus zijn we met 12 reizigers. Een Vic FallsAustralische familie van 8 personen, een Frans koppel en een Rotterdams stel. We rijden eerst tot aan de Zimbabwaanse grens. Dat is maar een kwartier rijden. We halen een uitreisstempel bij de Botswaanse grenspolitie en dat kost weinig moeite. We moeten wel een formuliertje invullen. Dan rijden we naar de Zimbabwaanse grenspost. Daar moeten we uit de bus en worden we opgevangen door Tash, de Borderpassage Co-ordinator van de tourorganisator. Hij wijst ons de weg naar het loket. Daar staan we zo’n 1,5 uur in de rij. Er zijn maar twee ambtenaren beschikbaar voor de visa-aanvragen. Ze werken wel door, maar de procedure is omslachtig en vrijwel geheel handmatig. Er is een grote Franse groep voor ons. Tussen het stempelen door kijken de ambtenaren ook naar een herhaling van de Champions League finale. Het dagvisum kost US$30 per peVic Falls -rsoon. Contant te betalen en er is geen wisselgeld. Als we er allemaal door zijn kunnen we met onze Zimbabwaanse gids Smart, die ons op staat te wachten verder in een Zimbabwaanse bus van Shearwater tours. Het is dan nog één uur rijden naar Victoria Falls. Onderweg zien we een olifant aan de kant van de weg staan. Victoria Falls is een plaats, die volledig op toeristen is gericht. We rijden meteen naar de watervallen, waar we om 11.30 aankomen. Van Smart krijgen we een regenponcho, want de watervallen spetteren nogal. Wij hebben de Guided Tour geboekt, dat wil zeggen dat de gids bij ons blijft en een lunch voor ons regelt. Het Rotterdamse stel doet dit ook, maar hebben om 14 uur een helicoptervlucht. Het nationaal park is overzichtelijk. De watervallen zijn heel breed en bestaan uit een 8 tal watervallen. Er loopt een wandeling langs de oever met 16 uitkijkpunten. We lopen ze allemaal af. Smart vertelt er wat bij, maar we hadden dit ook makkelijk zonder gids gekund. Bij uitkijkpunt 7 gaat Smart met de Rotterdammers vooruit om ze op tijd bij de helicopter te krijgen en wij moeten ons zelf maar redden. De watervallen zijn prachtig om te zien. De tweede helft wordt Vic Fallshet steeds natter. Het spettert hier meer. Het is bijna een mist en de wind staat onze kant op. Ondanks de poncho’s worden we toch behoorlijk nat aan de broekspijpen en de schoenen. Foto’s maken gaat dan niet meer en door de mist zie je ook niet zoveel meer. We lopen tot aan het uitzicht op de brug over de Zambezi. Dit is ook de grenspost met Zambia. Op de brug wordt bunjee jumpen aangeboden. We slaan het gade, vanuit uit een relatief droge positie. We lopen weer richting uitgang en komen Smart weer tegen. We lopen door het regenwoud naar de uitgang. Daar lunchen we in het Rainforest Café. Het eten is niet onaardig. Na de lunch brengt Smart ons naar de open Craft Market. De andere gasten gaan ook mee. Daar worden we belaagd door verkopers, die heel veel moeite doen om wat te verkopen. Het is gewoon niet leuk meer. Ze willen zelfs hun houtsnijwerken ruilen voor kledingstukken zoals een pet, sokken of schoenen. Er is een hal waar uitsluitend vrouwen verkopen. Die zijn iets minder opdringerig maar werken wel op het gemoed. We kopen een kommetje voor 3 dollar. Dan worden we het zat en gaan wat drinken. Ik ga nog bij een Craft Mall om de hoek kijken en daar is een heel andere sfeer. Je kunt er rustig rondkijken zonder dat je wordt lastig gevallen. Daar hadden we beter meteen heen kunnen gaan.

Al met al waren we met transport only beter uitgeweest. Dat was $95 pp en wij betaalden $212.

Om 15.20 gaan we weer terug naar de grens. De uitreis gaat uiterst vlot. We krijgen onze stempeltjes en binnen 10 minuten zijn we door beide grensposten heen. Dan nog een kwartiertje en we zijn om 16.40 in de lodge.

’s Avonds eten we bij een Indiaas restaurant PPCC. Het eten smaakt uitstekend. De bediening kan nog verbeterd worden.

Weer: aanvankelijk bewolkt, maar later zonnig. Ongeveer 21 graden.

woensdag 7 juni 2017

Na het ontbijt hebben we wat boodschappen te doen. We gaan eerst kaartjes posten op het postkantoor. Daarna koffiedrinken bij Coffee Buzz. Daar komt een grote groep studenten van de Messiah College binnen om koffie te drinken en hun reis te bespreken. Wij nemen capucino en Erik een rozijnentaart, die enorm van omvang blijkt te zijn. Daarna willen we gaan tanken bij de Shell pomp er tegenover, maar die hebben geen Diesel meer. We moeten een 4 tal kilometers rijden naar het Puma station, waar ze diesel genoeg hebben. Vandaar rijdenOlifanten - Chobe river we naar de Choppies om boodschappen te doen. We luieren wat op de kamer en op het balkon tot aan de lunchtijd. We lunchen op het terras van het hotel en om drie uur gaan we naar de overkant, naar de Chobe Safari Lodge voor de Sunset River Cruise. Het is een grote boot waarmee we de Chobe rivier op gaan, maar het wordt een mooie tocht. We zien olifanten, krokodillen, nijlpaarden, kudu’s, lechwe’s (heel zeldzame antilope soort), waterbuffels, Afrikaanse SchaarbeksNijlpaard op land - chobe (met uitsterven bedreigd, lepelaars, ooievaars, leguaan, Afrikaanse visarend en nog zo wat soorten. Afgerond met een mooie zonsondergang aan de Namibische horizon. De Chobe rivier is hier de grens tussen de twee landen. De gids is zeer informatief. We zitten voorop de boot en hebben geweldig uitzicht. Er is ook een bovendek, waar een beperkt aantal passagiers tegelijk kan staan, maar dat is niet de moeite waard.zonsondergang - chobe

We dineren in het restaurant van het hotel. Het eten is weer heerlijk. Special of the day is Impala karbonades. Erik neemt sirloin steak. De wijn is een Hill & Dale Shiraz 2014 uit Zuid-Afrika.

Weer: bewolkte start, maar het klaart helemaal op. 24⁰C

donderdag 8 juni 2017

Kasane - Maun: 320km, 4:10 uur

Vandaag rijden we nNata - Kraanvogelsaar Nata, ruim 300 km naar het zuiden. De weg loopt ongeveer parallel aan de grens met Zimbabwe. Er is maar één kleine plaats aan de weg. We komen rond 12 uur in Nata aan. De plaats stelt niet erg veel voor. De Nata Lodge ligt 8km ten zuiden ervan en is van hetzelfde bedrijf als dMaan over Nata Sancturarye lodge in Kasane. Wel veel kleiner. We hebben een huisje op palen met een grote kamer en een buitendouche. We lunchen en luieren aan het zwembad, waarvan het zwemwater veel te koud is om een bad in te nemen. Om 16 uur gaan we op Pan Drive naar de Sua Pan in het Nata Sanctuary, waar veel vogels zitten. We zien Northern Black Korhaan (Botswana Trap), Southern crowned cranes (Grijze Kroonkraanvogels), een Double banded Courser (dubbelbandrenvogel) en pelikanen. We zien, onder het genot van een drankje een mooie zonsondergang boven het water van de Sua Pan. Als de zon onder is kleurt de hemel mooi rood en is het tijd om weer terug te gaan over de zandpaden van het sanctuary en vervolgens over de verharde weg met vele diepe putten. Rond kwart voor zeven zijn we weer terug in het hotel. We dineren in het hotelrestaurant. De porties zijn genereus. Te genereus voor ons. De kwaliteit matig.

 

Weer: zonnig 25 graden. ’s Nachts koelt het flink af tot 12 graden

vrijdag 9 juni 2017

Nata - Maun: 300km, 3,5 uur

We worden wakker in de steenkoude kamer. Onder de dekens was het lekker warm, maar de Botswaanse nachten zijn koud. We moeten douchen in een buitendouche. Leuk als het warm weer is, maar nu even afzien. Hoewel… het water is lekker warm. Na het ontbijt rijden we richting Maun (spreek uit: Ma-oen). In Nata staat er echter een bord dat de weg is afgesloten. Maar hoe kom je dan in Maun? We vragen aan de locals en zij zeggen dat je er wel kan komen, maar via een omleiding. De weg is erg slecht. Ontzettend veel en zeer grote gaten in de weg. Na ongeveer 40km wordt het erg bar en  zien we een piepklein bordje waarop deviation staat. We slaan daarin en komen op een zandweg, die naar een gravel weg leidt. Deze loopt parallel aan de A3 en we volgen die voor 20 minuten tot we in een dorpje komen. Hier wordt de weg verhard en slaan we rechtsaf naar de A3. De weg is iets beter, maar regelmatig ook erg slecht. Na 200km komen we bij een checkpoint, waar een politieman vraagt naar onze herkomst en bestemming. We mogen na een babbeltje doorrijden. Dan staat er bord langs de kant dat we voorzichtig moeten rijden vanwege het ongelijke wegdek. Hoe verzinnen ze het. En dat na 200 km rijden over een gatenkaas. We komen rond 12 uur in Maun aan. We rijden eerst naar het DNWP, de overheidsorganisatie die over de nationale parken gaat voor een permit voor morgen om door het Moreni Wildlife Reserve te kunnen rijden. Daarna rijden we door naar het Sedia Riverside Hotel. Het hotel ligt 8 km ten noorden van Maun. Het is niet onaardig, maar wel nogal sleets. De wifi is er wel heel goed.

In de middag doen we wat boodschapjes en luieren we aan het zwembad. ’s Avonds willen we eten bij de Sportsbar, maar die blijkt gesloten. French Connection is niet ’s avonds open en Bonne Arrivee bestaat niet meer. We komen dan terecht bij Capello tegenover het vliegveld. Een soort cocktailbar annex nachtclub die ook als restaurant werkt. De bediening is zeer vriendelijk, maar het eten is matig.

Terug naar het hotel.

Weer: zonnig 28 graden.

Zaterdag 10 juni 2017

Maun - Khwai: 124km, 3 uur

Vandaag rijden we naar Khwai Guest House net buiten het Moreni Wildlife Reserve, maar dan net aan de andere noorKhwai Guest Housedelijke kant. We moeten dus door het Reserve om er te komen. We hebben gisteren een transit permit aangeschaft bij het DNWP kantoor in Maun, maar komen er tijdens de rit achter dat dit alleen voor de heenweg geldig is. We keren om naar het DNWP. Daar vertelt men ons dat we op de terugweg ook aan de gate zelf kunnen betalen. Het oponthoud kost ons een uur. Dan weer op weg naar de South Gate van Moreni. De weg is de eerste 30km verhard, maar wordt dan gravel. Na 50km komen we bij de Vetenerary checkpoint, maar dat stelt helemaal niets voor. We worden vriendelijk doorgewuifd. Daarna slaan we linksaf richting Moreni en wordt de weg hobbeliger en zanderiger. We rijden niet meer dan 35km/u. We komen wel wilde dieren tegen. Een flinke groep olifanten is aan het drinken en badderen bij een grote poel en we zien ook een kwartet giraffes eten van de bomen. Dan komen we bij de South Gate. Hier moeten we weer inschrijven in het grote boek en kunnen we verder de laatste 30km naar Khwai afleggen. De weg is hier erg zanderig en we slingeren met zo’n 30km/u door het reservaat. Bij de North Gate gaan we weer het park uit over een houten brug. Dan is het een klein stukje door het dorp Khwai naar de KhMarabouswai Guest House. Daar worden we ontvangen door Ruben, die de algehele leiding hier heeft. Hij is heel erg vriendelijk. De opzet van het Guest House is eenvoudig, maar wel van goede kwaliteit. Er zijn een 5-tal huisjes met tweepersoonskamer, toilet en buitendouche. In het centrale gebouwtje is een eetzaal en lounge, waar je onder dak, maar in de open lucht kunt eten en wat drinken. We hebben vol pension en twee activiteiten. Een middag game drive van 15.30 tot 19.30 en een ochtend game drive van 7 tot 10.30.

We lunchen van het traditionele  buffet en rusten wat uit op onze kamer. Om half vier vertrekken we dan voor de game drive. Het begint rustig met dieren, die we al goed kennen: gieren, zebra’s, impala’s. We zien een dode olifant, waarom zich een grote groep gieren heeft verzameld. We zien ook Marabou ooievaars. Lelijke vogels, die tot de ugly five worden gerekend, samen met gieren, hyena’s, wrattenzwijnen en de gnoe. Vervolgens zien we nog een aantal olifanten, reigers, kaapse gieren, koperstaartspoorkoekkoek, spoorwiekganzen, geelsnavelzilverreiger, honingzuigers, krokodil, vervet-aapjes en nijlpaarden. Maar dat alles verbleekt bij wat we vlak voor het eind te zien krijgen. In een boom ligt een luipaard op een tak! Deze grote kat laat zich zelden zien. Hij leeft solitair en is erg schuw. Hij ziet de mens eerder dan wij hem en dan is hij meestal weg. Maar deze zit daar mooi. Na een tijdje staat hij op, laat zich uit de boom zakken en gaat aan de wandel. Wij er achter aan. Hij lijkt zich helemaal niet te storen aan de auto met 8 gasten erin. Hij kijkt gewoon langs ons heen. Na een tijdje volgen verdwijLuipaardnt hij in de bosjes en laten we hem met rust.

Daarna genieten we van de zonsondergang aan een ven, waarin een aantal nijlpaarden dobberen. Wij krijgen er een drankje bij. Als het donker wordt gaan we de auto in en komen de nijlpaarden het water uit. Ze laten merken dat ze onze aanwezigheid niet op prijsstellen door hun bek wagenwijd open te sperren en hun dodelijke tanden te laten zien. We gaan terug naar het guest house.

Daar krijgen we een maaltijd van rijst en kip voorgezet, die in een stalen pan (Dutch Oven) op een houtvuur wordt gaar gestoofd. Na het eten gaan we vroeg naar bed. Het wordt al aardig koud, maar onder warme dekens is het lekker.

Weer: zonnig 26 graden

zondag 11 juni 2017

Khwai - Maun: 124km, 3,5 uur.

We worden om 6 uur gewekt. Om half zeven ontbijt en om 7 uur vertrekken we voor de ochtend drive. We zien al snel een waterbuck. Tsesebe AntelopeEen antilopensoort met een karakteristieke witte cirkel op z’n derriere. Die lijkt op een wc-bril. Hoog in een boom zit de Afrikaanse Visarend. We rijden een tijd rond zonder wat te zien. Dat stuiten we op een groepje vervet aapjes. Verderop zit een familie bavianen. De opperbaviaan probeert ons een beetje te intimideren. Ook de marabous zijn weer present. We zien ook twee lelkraanvogels. Deze zijn ernstig bedreigd omdat er in het verleden te veel op is gejaagd. Het is de grootste kraanvogel soort van Afrika en de op één na grootste ter wereld. Ze worden tot 1,72m hoog.

Dan zien we nog een groepje antilopen, die we nog niet hebben gezien: de Tsesebe of Lierantilope. Ze hebben hoge schouders en een korte nek. Ze zijn zeer gespierd en schijnen hard te kunnen lopen. We zien ook een groep red Lechwe of Litschwie waterbokken. Ze houden zich meestal op bij het water, omdat ze van planten houden die daar bij of in groeien. Dan volgt nog een koffiepauze aan een meertje voor we de terugtocht inzetten. Op weg naar het Guest House, worden we door een Zuidafrikaans stel gewezen op een tweetal Luipaardwelpen. Maar we krijgen ze niet goed te zien.

Terug bij het guest house pakken we onze spullen, rekenen we af en gaan we op weg naar Maun. We kennen de weg, maar het is toch weer een hele tour. Onderweg zien we weer olifanten en giraffes en ook groepjes zebra’s. Een tegenligger wijst ons op gieren die rond een dode giraffe schijnen rond te cirkelen. We zien wel de gieren, maar te ver van de weg af om er heen te rijden.

In Maun checken we in bij de Island Safari Lodge. Mooi gelegen aan de rivier, maar wel een beetje gedateerd. Het restaurant valt heel erg tegen. De bedden zijn kort en er is geen klamboe. Het personeel is wel erg vriendelijk.

Weer: ’s ochtends erg koud, 12 graden. Het warmt weer op naar 28 graden.

maandag 12 juni 2017

We staan vroeg op: om 6.30 uur gaat de wekker. We ontbijten in het restaurant. Het ontbijt is verrassend compleet en goed. Na het oMokoro in Borontbijt wachten we bij de steiger op de schipper, die ons naar de Mokorocentrale gaat brengen. Er is wat vertraging want twee gasten van buiten zijn wat later en daar moeten we op wachten. Als zij er zijn – en koffie hebben gehad – kunnen we met de motorboot op pad naar Boro, waar de polers wonen. Polers zijn de mensen die met een punter twee passagiers de Okavango Delta in varen. De boottocht naar Boro gaat in 45 minuten, maar is ontzettend koud. Het is maar 12 graden en de boot vaart nogal hard. We krijgen een deken om ons tegen de kou te wapenen. De polers hebben een collectief gevormd en voeren bij toerbeurt de mokorotochten in het concessiegebied NG32. uit. Op deze wijze komen de inkomsten uit de tours volledig ten goede van de gemeenschap van Boro. African Secrets geeft ons nog een lunchpakket mee en een liter water. Onze poler vandaag heet Ronnie. Zijn collega is Kenny. Kenny neemt de twee andere (Duitse) gasten mee. We varen door het riet van de Okavango Delta. Een stukje door het hoofdkanaal, en dan door allemaal hele smalle nevenkanalen. We varen door verschillende soorten riet en zien veel waterlelies, die net aan het openen zijn voor het daglicht. Na anderhalf uur komen we bij een eiland waar we aan land gaan. Na een korte briefiBush walkng van Ronnie gaan we op pad voor een wandeling van meer dan 2 uur. Ronnie heeft een gebreid mutsje op, dat bedoeld is voor de kerst (rendierhoorntjes en een rode neus). De zon staat op z’n hoogst – het is al twaalf uur – en er is geen enkele schaduw. Ronnie leidt ons langs een Lead Wood Tree en een palmboom. Hij vertelt over de bereiding van de palmwijn. In de verte zien we olifanten, giraffes, zebra’s en gnoes. Deze dieren trekken naar deze eilanden om uit het bereik van de leeuwen te komen. Maar de leeuwen kunnen het water ook oversteken en de voetsporen van de leeuwen die we zien zijn het bewijs daarvan. De leeuwen zelf komen we gelukkig niet tegen. We zijn bekaf als de wandeling voorbij is en de lunch kan worden gebruikt in de schaduw van een Lead wood boom. We krijgen nog gezelschap van een Brits paar dat in Zuid-Afrika woont. Na een half uur kunnen we de terugtocht aanvaarden. In ruim een uur bomen we weer terug naar Boro. Daar worden we opgewacht door de schipper van de motorboot, die ons weer naar het Island Safari Lodge vaart. Onderweg stoppen we nog voor een grote krokodil.

’s Avonds gaan we eten bij de Thamakalane Lodge. Het eten in onze eigen lodge was abominabel en we willen nu iets goeds eten. Het is een buffet diner, maar wel een heel goede. We eten heerlijk met uitzicht op de rivier. Dan rijden we door het pikkedonker naar onze lodge.

Weer: ’s ochtends koud, maar later rond de 28 graden in de zon.

dinsdag 13 juni 2017

Maun - Ghanzi: 285km, 3 uur

We rijden vanuit de lodge naar Maun, waar we tanken bij Engen. Vervolgens rijden we zonder af te slaan in één rechte lijn naar Ghanzi in de Kalahari-woestijn. Het is eigenlijk geen woestijn maar een halfwoestijn, omdat het er veel meer regent dan in woestijngebieden. Het is ook overal groen. Er groeit gras, maar ook struiken en bomen. Hier en daar zijn er ook meren en riviertjes. Het is wel erg leeg. We komen hooguit 3 of 4 dorpjes tegen over een rit van bijna 300km. We komen langs twee checkpoints, waar we op levensmiddelen worden gecontroleerd en door een ontsmettingsbad moeten met de schoenen en de auto. Na 3 uur komen we in Ghanzi aan. Het is voor Botswaanse begrippen een stad en een regionaal centrum met vooral veel supermarkten en goedkope kledingwinkels. Midden in het dorp staat het Kalahari Arms hotel. We hebben een ruime (familie) kamer in een rond chalet bij het grote zwembad. We lunchen eerst in het restaurant. Ik neem een Russian met friet. Dat is een worst met een droge korst. Daarna rusten we wat uit en vervolgens verkennen we de winkels. We doen wat boodschapjes bij de Spar en bezoeken het cultureel centrum van de San (bosjesmannen) waar we een souvenirtje kopen.

De middag brengen we luierend aan het zwembad door. We gaan er ook in, maar het is wel erg koud. Niet te koud om wat baantjes te kunnen trekken. We drinken een biertje dat we bij de naastgelegen slijterij hebben gekocht.

’s Avonds eten we in het hotelrestaurant. Meer keus is er niet. Het eten is lang niet slecht. Erik neemt een champignonsoep en vervolgens rundvlees. Ik een garnalencocktail (heel kleine garnaaltjes) en een Delta brasem.

Weer: in de ochtend 11⁰C. Daarna warmt het op naar 26⁰.



Andere Reisverslagen
terug   verder