| 
      
	     | 
      DEEL 2 | 
 Na het ontbijt gaan we Sogndal weer verlaten. Er 
	is een kleine onenigheid over de kamerprijs, want de hoteleigenaar zegt dat 
	de prijs die we via de reserveringswebsite hebben gekregen voor één nacht is 
	en niet twee. 
	Maar we houden ons aan de tekst van de bevestiging en 
	krijgen onze zin. Wel vervelend. We rijden in noordelijke richting, de weg 
	die we gisteren ook al reden naar Fjærland. Nu rijden we echter Fjærland 
	voorbij en schieten nog een 
	tunnel in. We rijden richting Skei en dat ligt aan de oevers van 
	Jølstravattnet. Het is een klein plaatsje en we drinken er - niet zo 
	pittoresk - koffie bij het 
	Esso tankstation. Daar zetten we de rit voort naar het noorden en komen via 
	een aantal tunnels bij de Innviksfjord. Om deze fjord rijden we langs de 
	oostkant heen. Het landschap is ook hier weer erg mooi. Het is hier wel wat 
	drukker, omdat we nu op de E39 zitten, een grotere doorgaande weg. We komen 
	opvallend veel Nederlandse auto’s tegen, meestal caravans en campers. Aan de 
	andere zijde van de Innvikfjord ligt Stryn, een "drukke" toeristische plaats 
	waar we snel doorheen gaan. We volgen nu weg nr 15, die nu naar het Oosten 
	buigt. We rijden langs het prachtige meer Strynevattnet en de weg gaat steeds verder 
	omhoog, een paar keer
 via tunnels door de bergen heen. Aan onze rechterzijde 
	zien we zo nu en dan uitlopers van de gletsjer Jostedalbreen. Na weer een tunnel 
	komen we op een bergplateau met sneeuwvlaktes. We zitten nu in de provincie 
	Oppdal. De wegen zijn sneeuwvrij, maar de weg is omgeven door hoge muren van 
	sneeuw, tot wel 4 meter hoog. Bij een parkeerplaats stoppen voor het maken 
	van foto's. De zon schijnt fel en ondanks dat de temperatuur op deze hoogte 
	laag is, voelt het zomers aan. We verlaten weg 15 en slaan de zeer smalle weg 
	63 in, die langs het bergmeer Djupvattnet voert. Het meer is nog bevroren en 
	er ligt een dikke laag sneeuw op. We mogen hier niet stoppen, omdat de weg 
	te smal is. We komen langs de afslag voor de berg Dalsnibba, de hoogste top 
	hier in de omgeving en met 1500 meter een van de hoogste van het land. De 
	zon staat hoog aan de hemel en er is weinig of geen bewolking. Toch is het 
	hier boven niet meer dan 4 graden. Daarna zetten we de afdaling in naar de 
	Geirangerfjord. Zo’n 5 km voor het dorp Geiranger komen we bij ons hotel aan, de
	Villa 
	Utsikten, met inderdaad een schitteren uitzicht op de fjord en de daarin 
	afgemeerde cruiseschepen. We wachten tot onze kamer klaar is. We moeten een 
	kwartier wachten. Er is helaas geen lift ("ons hotel is uit 1893 en toen 
	waren er nog geen liften") en de kamer is klein, heeft geen tv (1893?), maar wel twee 
	heerlijke bedden. Utsikten is dus een klassiek hotel uit
 1893, dat alleen ’s 
	zomers is geopend. Keizer Wilhelm II kwam hier regelmatig. Hij bezocht 
	Geiranger 18 maal vanaf 1890, waarvan 9 keer in dit hotel. Voor het hotel 
	staat een gedenknaald op de plek waar de doorluchtige vorst van het mooie 
	uitzicht moet hebben genoten. We gaan na een korte pauze naar beneden naar 
	het dorp. De Eurodam van de Holland Amerika Lijn ligt in de fjord en het is een drukte van 
	belang. Er zijn veel winkeltjes die helemaal op de cruisegangers zijn 
	gericht. Bussen rijden af en aan om de passagiers op excursie rond te rijden. We doen 
	boodschappen in de Joker super en drinken koffie op een terras. Tegen vijf 
	uur eten we in de brasserie van hotel Geiranger aan de haven. De schepen 
	varen uit en de weldadige dorpse rust keert weer. We gaan naar ons hotel om de 
	voetbalwedstrijd Nederland-Denemarken te bekijken. Dat verloopt 
	teleurstellend: 0-1! Later op de avond spelen Duitsland en Portugal in 
	dezelfde groep, maar niet op het open kanaal in Noorwegen uitgezonden. We 
	rijden naar het dorp en gaan in de lobby van  Hotel Unionen kijken – en doen alsof we 
	gasten zijn. Hier zien we wedstrijd op de Zweedse tv. Duitsland wint met 
	moeite met 1-0, tot opluchting van de vele Duitse gasten. We gaan weer terug 
	naar het hotel en trekken ons terug op de kamer.
Weer: zonnig, tot 21 graden
Als we opstaan is het behoorlijk mistig buiten. 
	We 
	ontbijten en drinken daarna een kop koffie in de lounge. Er is helemaal geen uitzicht meer. Rond half tien is er weer wat zicht op de fjord en zien we twee 
	nieuwe schepen liggen. We besluiten eerst maar een bezoek aan het 
	Fjordsenter te brengen. Een soort lokaal historisch museum, die de 
	streekgeschiedenis laat zien. De Geirangerfjord behoort tot het
	UNESCO-werelderfgoed. Er staan 
	veel maquettes en nagebouwde huisjes, die een indruk moeten geven van het - 
	zeer arme - leven in deze streek in het verleden. Er is 
	ook een prachtige diashow, die de streek door het jaar heen laat zien. Na 
	het fjordsenter doen we boodschappen voor de lunch. In onze hotelkamer 
	smeren we de boterhammen. Daarna rijden we naar het Flydalsjuvet, een 
	rotspunt met een prachtig uitzicht op de fjord. Het is een van de meest 
	gefotografeerde punten in Noorwegen. Dan wagen we de rit naar de Dalsnibba. 
	Na een kilometer of wat stijgen trekt de mist dicht. De wolken hangen nog 
	steeds laag. Het zicht is soms niet meer dan 20 meter. Als we nog verder 
	stijgen wordt
 het zicht iets beter. We slaan de tolweg naar de top van de 
	berg op en het zicht verbetert verder. De sneeuwwanden langs de weg zijn 
	enorm. Het laatste deel van de weg is niet verhard, maar van gruis voorzien. 
	Helemaal bovengekomen zien we weinig. Er is alleen mist. We rijden terug naar het hotel.
In de namiddag maken we nog vanuit het hotel een wandeling naar de boerderij Vesterås verderop op dezelfde berg.
’s Avonds eten we weer bij de brasserie aan de haven en dan terug naar het hotel voor Spanje-Italië. 1-1. Bij tijds naar bed.
Weer: mistig, zwaar bewolkt, 14 graden.
Na het ontbijt drinken we nog capuccino in de lounge van 
	het hotel. Ook vandaag hangt de bewolking laag, maar we hebben nog goed 
	zicht op de fjord. We rijden in noordelijke richting verder. Eerst naar 
	beneden naar Geiranger en dan weer naar boven via de Ørnevegen, de 
	adelaarsweg. Na 11 
	haarspeldbochten komen we bij een groots en modern aangelegd uitzichtpunt met een weer 
	een ander zicht op de fjord en het dorp Geiranger. Ook van hier uit is het 
	zicht weer mooi. We krijgen al snel gezelschap van een bus met cruiseboot 
	reizigers en we gaan maar weer verder. We komen op een hoogvlakte, waar het 
	bewolkt is, maar het zicht goed. Na 20 km zet de afdaling in naar Eidsdal, 
	waar we met een ferry de Norddalsfjord oversteken. We wachten 5 minuten en de 
	overtocht duurt niet meer dan een kwartier. We rijden verder via het Valldal. Na 7 km komen we bij de 
	Gudbrandjuvet, waar we uitzicht hebben op een kolkende stroomversnelling 
	vanaf een kunstig gefabriceerde brug. Hierna stijgt de weg weer 
	naar grote hoogte, naar het Trollstigplatået, een besneeuwde hoogvlakte. Hier hopen we op een 
	schittterend uitzicht op de toppen van de Bispen en de Kongen op 
	1462 en 1614 meter hoogte, maar de laaghangende bewolking ontneemt ons al 
	het zicht. De mist is zo dicht dat we nauwelijks 20 meter vooruit kunnen 
	kijken. We zien daarom ook heel weinig van de eerste helft van de 
	spectaculaire Trollstigen ("de trollentrap"), de kronkelende weg van het plateau naar het dal 
	richting Åndalsnes. Het zit helemaal dicht. Halverwege echter na een
 6 tal 
	haarspelden klaart het op en kunnen we toch iets van deze spectaculaire weg 
	zien. Ook de Stigfossen waterval zien we naar beneden storten.
Beneden gekomen is het nog een kwartier rijden naar de Trollveggen camping, waar we een hytt (huisje) hebben gehuurd. Het is een klein, maar comfortabel huisje met douche, toilet, keuken, slaapkamer en woonkamer en zelfs een tv. We nemen onze intrek en rijden dan naar Åndalsnes. Daar doen we boodschappen voor het avondeten, ontbijt en de lunch van morgen. We bekijken het dorp van 3500 inwoners. Het is niet erg bezienswaardig. Het is in de oorlog zwaar beschadigd en rommelig weer opgebouwd. Er ligt een schip van de Costa Cruises in de haven, de Costa Pacifica van de zelfde rederij die een schip (Costa Concordia) verloor bij Sardinië. We drinken koffie bij hotel Rauma met zicht op het raadhuis, waar de kernwaarden van de gemeente op de gevel staan: Opmerksom, Ekte & Samarbeidsvillig (Oplettend, Echt en Bereid tot samenwerking). Je moet er maar op komen. Bij de touristeninformatie op het station vragen we de weg naar de Rødven staafkerk. Dat is ruim 35 km rijden om de Romsdalfjord heen en dan nog een stuk verder. Een mooie rit. De kerk uit de 14e eeuw is een oorspronkelijke staafkerk – een van de 28 die er nu nog zijn – en is in 1712 een beetje opgeleukt. Helaas is de kerk pas vanaf medio juni geopend en zijn we een beetje voor niets gekomen. We rijden weer terug naar onze hytt.
Erik maakt een rijstgerecht klaar en we drinken er een biertje bij. Daarna maken we een wandeling over de camping. Helaas kunnen we geen voetbal ontvangen vanavond, omdat we alleen de drie Noorse publieke zenders op de tv kunnen krijgen en die hebben vandaag geen EK-uitzending.
Weer: zwaar bewolkt, 11 graden.
We ontbijten in ons huisje en rijden dan naar 
	Åndalsnes voor koffie in het Rauma hotel. Na de koffie rijden 
	we naar Ålesund. Het is een 
	makkelijke weg, zonder al te veel bochten en 
	rond half twaalf zijn we bij het Scandic Hotel. Het hotel ligt aan zee en er 
	staat een stevige en koude wind. We eten eerst onze boterhammen en lopen 
	daarna naar het Jugendstilcentrum. Alesund is in 1904 door brand verwoest en 
	in de wederopbouw werd vooral een noorse variant van de Jugendstil of Art 
	Nouveau toegepast. Jugendstil of Art Nouveau was toen in Europa in zwang bij 
	vooruitstrevende vormgevers, die zich aan de historiserende neo-stijlen van 
	de 19e eeuw wilden ontworstelen. Noorwegen werd in 1905 een volledig 
	zelfstandig koninkrijk, vandaar dat de architecten een Noors-nationale draai 
	aan de ontwerpen probeerden te geven. Dat is in
 het stadje goed te zien. Het 
	Jugendstilsenter zit een 
	voormalige apotheek en laat kunstvoorwerpen, het interieur, de geschiedenis 
	en de culturele context van de Jugendstil zien. We lopen verder het stadje 
	in en bewonderen de panden en ook de kerk uit 1920. Hierna pakken we de auto 
	en rijden naar het Askla uitzichtpunt. Het uitzicht is geweldig.  
’s Avonds gaan we eten bij Hummer & Kanari. Goed eten en voor Noorse begrippen niet te duur. Ik ga daarna in de gym van het hotel wat oefeningen doen. Om 20.45 begint Polen tegen Rusland: 1-1.
Weer: droog, bewolkt en 12 graden
Na het ontbijt met uitzicht op de haven gaan we naar 
	buiten om koffie te drinken. Na twee lekkere capucinos een paar deurtjes, 
	verder lopen we nog wat rond en gaan dan met de auto tanken en vervolgens 
	naar het Atlanterhavsparken bij het aquarium. Daar is een mooi uitzicht op 
	de Noorse Zee en de eilanden rond Ålesund. Het is fris in de koude wind van 
	zee. We rijden weer terug naar het hotel en maken 
	ons op voor vertrek naar de luchthaven. Vanuit het centrum voeren twee lange 
	tunnels onder het water door naar het eiland Vigra, waar de gelijknamige 
	luchthaven zich bevindt. We zijn ruim op tijd en moeten wachten voor de 
	incheckbalie open gaat. Dan kunnen we de koffers om half twee inleveren bij 
	de balie van Norwegian.com en 
	daarna door de veiligheidscontrole. De vlucht naar Oslo duurt 45 minuten. 
	We komen er bijna een half uur te vroeg aan, wat ons meer speling 
	geeft in de overstap naar Bodø. De vlucht naar Bodø vertrekt om 17.25. We 
	komen rond 18.35 aan. De Audi A4 combi van 
	Hertz staat op ons te wachten en de koffers 
	zijn gelukkig ook goed mee gevlogen. We rijden naar de 
	Jeugdherberg, die 
	goed in orde is. Het is gevestigd in het treinstation. We gaan op weg om wat 
	te eten en vinden het Café du Verden. Het ziet er leuk uit, maar het eten 
	laat ontzettend lang op zich wachten. Meer dan een uur. Dan hebben we haast want we 
	willen het Nederlands elftal zien voetballen. Snel gegeten - het eten 
	smaakte prima, jammer van de haast - en dan naar de 
	Match Bar, waar de wedstrijd op een groot scherm wordt getoond. De hele zaak 
	is voor Nederland net als de vier Nederlanders die er zijn (incl wij). Het 
	mag niet baten, want Nederland gaat roemloos ten onder met 2-1.
Teleurgesteld lopen we terug naar de Jeugdherberg.
Weer: in Alesund bewolkt en 12 graden in Bodø licht bewolkt en 9 graden.
Na het ontbijt in het stationsrestaurant naast de Jeugdherberg 
	(inclusief) gaan we op zoek naar een supermarkt om wat boodschappen te doen voor de lunchboterham. Er is in Bodø ruim aanbod: alle grote Noorse namen 
	(Rimi, Rema2000, Coop) zijn aanwezig. 
	Vervolgens rijden we naar de haven om ons op te stellen voor de veerboot van 
	de Torghatten-rederij naar de
	Lofoten-eilanden. We 
	hebben online gereservereerd en staan in de snelle baan. De boot vaart om 11.15 af 
	naar Moskenes. De overtocht verloopt rustig. We vermaken ons met lezen en 
	van het uitzicht genieten. We varen langs kleine eilandjes en zien soms 
	vissersbootjes en een enkele dolfijn. In de verte doemen de Lofoten op. Om 14.30 komen we aan 
	in Moskenes. De spitse bergen met deels sneeuwbedekte toppen lijken direct 
	uit het water te steken. Er is maar een heel smal kuststrookje, waar de 
	vissersdorpjes op zijn gebouwd.
 Het is 
	dan nog maar een klein stukje naar Reine, waar in 
	Det Gamle Hotellet 
	verblijven bij Lilian Dijkema, een Nederlandse. Vanuit ons slaapkamerraam 
	hebben 
	een mooi uitzicht op het water en de rekken met drogende vissekoppen van de 
	kabeljauwen (stokvis). ’s Middags drinken we een kopje koffie bij het 
	naastgelegen café annex plantenwinkel en wandelen 
	we wat rond in Reine. 
’s Avonds eten we bij Reine Rorbuer’s restaurant Gammelbua. Heerlijk eten. Ik krijg een Lange (Leng), die veel weg heeft van kabeljauw en Erik eet rundvlees.
Weer: bewolkt, maar droog en zonnig. 9 graden
We ontbijten bij Reine Rorbuer (korting vanwege Gamle 
	Hotellet). Het is een goed verzorgd ontbijt met vlees, kaas, worst, zalm, 
	ingelegde haring, en de lichtbruine typisch Noorse gammelost (oude kaas). Na het ontbijt rijden we 
	naar Å het zuidelijkste plaatsje op het eiland Moskenesøya. 
	We rijden eerst het dorpje voorbij door een tunnel naar het zuidelijkste 
	puntje van het eiland. Vandaar hebben we mooi uitzicht op twee andere 
	eilanden, die niet over de weg zijn te bereiken: Værøy en Røst. In Å staan 
	alleen maar Rorbuer, die een hotel, jeugdherberg en een visserijmuseum 
	herbergen. Een Rorbu is een houten huisje, meestal gedeeltelijk op 
	palen in het water gebouwd, waar de van het vaste land afkomstige vissers 
	tijdens het visseizoen onderdak vonden, een situatie die tot ver in de 20e 
	eeuw voortduurde. De vissers moesten flink betalen voor het onderdak en 
	deden dat in vis. Tegenwoordig zijn alle Rorbu op de lofoten verbouwd tot 
	vakantiewoning.  Het museum is maar matig interessant en slecht gepresenteerd. We 
	kunnen wel echte levertraanproeven in de voormalige traanfabriek. Levertraan 
	is nog altijd in de winkels te koop. Lekker is anders. Daarna rijden we 
	naar Sørvågen, 
	
waar we een wandeling rond het meer maken. De uitzichten over 
	het meer en de bergen zijn prachtig. 
	's Middags rijden we in noordelijke richting naar Hamnøya. 
	Dit is een klein en mooi 
	vissersdorp met typisch Noorse vissershuisjes in geel, rood, wit en 
	lichtgroen geschilderd tegen de achtergrond van de stijle bergen. Vervolgens 
	rijden we door naar Ramberg, dat zijn haven aan de oceaanzijde van het 
	eiland heeft. Iets voorbij Ramberg ligt het Flakstad met een 
	mooie 18e eeuwse kerk. Helaas is die pas vanaf 26 juni te 
	bezichtigen. We rijden door naar Njusfjord. Dat licht aan een inham aan de 
	continentale zijde van de Lofoten. Het is een zeer schilderachtig 
	vissersdorp. De vissershuisjes, de rorbuer zijn oorspronkelijk 19e 
	eeuws en worden
 verhuurd. Het dorpje is zo bezienswaardig, dat je 50 kronen entree 
	moet betalen. Maar het is de moeite waard. Na Njusfjord rijden we terug naar 
	Ramberg, waar we eten in de Gjestegård. 
	Het eten (kabeljauw en lam) smaakt uitstekend en 
	na het eten schuiven aan voor de tv om voetbal te kijken: Oekraine tegen 
	Frankrijk. De wedstrijd wordt na 5 minuten gestaakt wegens onweer, maar na 
	een uur gaat het verder. Uitslag 0-2. We rijden vervolgens terug via de 
	slingerende wegen naar Reine, waar het in deze tijd van het jaar maar niet 
	donker wil worden. We zitten ruim boven de poolcirkel en een week voor 
	midzomer. De dagen zijn op z'n langst en de zon gaat niet onder. Het 
	schemert niet een echt. Midden in de nacht staat de zon recht op ons 
	slaapkamerraam en de gordijnen zijn van wit katoen en slechts van 
	decoratieve waarde. Je moet er even aan wennen.
Weer: zonnig, 12 graden.
| 
			
			 | 
			Andere Reisverslagen | 
			
			 | 
		
| terug | verder |