Via de la Plata - Extremadura

Deel 3

Cáceres - Guadelupe: 125km

Zondag 25 mei 2003

We ontbijten wat simpel op de kamer. Dan gaan we op weg richting Trujillo. Daar ontbijten we dan echt in een hotel in een oParador Guadelupenverwachte luxe. Het 3-sterren hotel lijkt verlaten, maar bij onze komst wordt iedereen opgetrommeld en krijgen we een prima ontbijt voorgeschoteld. We rijden verder naar Guadelupe. In Guadelupe nemen we onze intrek in de Parador, die gevestigd is een voormalig hospitaal uit de 16e eeuw. De grote attractie is het klooster van San Jeronimo. Het klooster is gebouwd in 1340 op de plek waar een herder zo'n 50 jaar eerder een mariabeeld vond dat naar verluidt door St Lucas zelf is gemaakt. De vertraging in de bouw werd veroorzaakt door het feit dat dit gebied op dat moment nog niet bevrijd was van de moren. Het klooster bracht en brengt - met een onderbreking na de ontbinding van de kloosterordes in de 19e eeuw - massa's toeristen en pelgrims naar deze streek. Het dorpje heeft dan ook een groot aantal souvenirwinkeltjes waar alle denkbare en ondenkbare prullaria wordt verkocht, die enigzins in verband met de maagd van Guadelupe kan worden gebracht. We lunchen eerst in de Hospedería, een hotel dat in eeKlooster Guadelupen vleugel van het klooster is gevestigd. Na de siësta bezoeken we om half vier het klooster. De verplichte rondleiding leidt ons langs een kloostergang met een vreemde replica van het klooster in het midden, langs uitstallingen van oude handschriften en schilderijen, waaronder een Goya en een paar van El Greco. Vervolgens komen we in de prachtige sacristie met 8 panelen van Zurbaran, de enige van zijn werken die te zien zijn op de plek waar ze zijn gemaakt. Ze stellen gebeurtenissen voor uit het leven van St Hieronymus. Dan worden naar Virgen de Guadelupe het heilige der heiligen geleid. In een kleine ruimte staat het beeld van de zwarte madonna, rijkelijk gekleed en versierd. Het werd in donker cederhout gemaakt en werd door diverse vernisbeurten steeds donkerder. Sommige bezoekers hebben speciaal bloemen voor haar meegebracht. We kunnen een zilveren plaatje aanraken of kussen, dat via een koord is verbonden met het beeld. Een broeder poetst het plaatje steeds weer schoon naar elke kus.
Na het bezoek aan het klooster bekijken we nog de kerk en gaan terug naar de Parador. 's avonds eten we in de Parador.  Het restaurant grenst aan de tuin, waarin ook tafels zijn opgesteld. Buiten is het heerlijk toeven.
's nachts hebben we last van druppende radiatoren. We klagen bij de receptie en mogen in een superior-kamer verder slapen in een hemelbed.
Het was vandaag lekker weer, tot zo'n 22 graden.


Guadelupe - Jarandilla de la Vera: 102km

Maandag 26 mei 2003

We beginnen de dag met een heerlijk ontbijt in de parador. Dan gaan we op weg door de vallei van de Taag. Een prachtig Uitzicht uit Villa Xarahiz traject met zicht op de besneeuwde toppen van de Sierra de Gredos. We rijden de La Vera streek in naar Jaraíz de la Vera. Hier nemen we een kamer in de Villa Xarahiz. Een omgebouwde herenboerderij met een prachtig uitzicht op de Sierra de Gredos. We rijden naar Jarandilla de la Vera, waar we lunchen in de Parador. De parador is gevestigd in een kasteel waar Karel V een paar maanden logeerde toen hij moest wachten tot zijn kamers in het klooster van Yuste in gereedheid waren gebracht. In Yuste zou hij zijn laatste jaren na zijn troonsafstand gaan slijten. We rijden na de lunch naar Losar de la Vera, een klein dorp met afvoerkanalen in het midden van de straat. Losar is een ingeslapen dorpje, liefelijk met veel groen. 

Vervolgens rijden we naar het klooster van Yuste, dat om half vier zijn deuren weer opent. Hier bezoeken we de kamers waar Karel V zijn laatste jaren (1556-58) doorbracht na zijn troonsafstand ten gunste van Philips II,. Het paleisje heeft maar vier kamers en maakt deel uit van het klooster. De slaapkamer geeft vanuit bed uitzicht op het altaar in de kloosterkerk, zodat de oud-keizer voor het bijwonen van de mis zijn bed niet hoefde uit te komen. Het is een sober verblijf. De gids doet geloven dat alles, tot het beddengoed toe origineel is en door de keizeKlooster van Yuster zelf is gebruikt. Hoe dat kan, terwijl het klooster het grootste deel van de 19e eeuw heeft leeggestaan na het ontbinden van de kloosterorden, is een raadsel. Het klooster wordt nu weer door Franciscaner monniken bewoond. De keizer is in een crypte onder het altaar staande begraven.
Na het bezoek rijden we naar Garganta de Olla. Een goed bewaard dorpje, met nauwe straatjes. De etages van de vakwerkhuizen kragen uit over de nauwe straatjes. Het Casa de Putas - nu een slagerij - het bordeel voor de troepen van de (oud)keizer is nog steeds blauw geverfd.
We rijden terug naar het hotel. We gebruiken wat tapas in het dorp, dat verder niet veel voorstelt. De omgeving biedt allerlei mogelijkheden tot bergwandelen en mountainbiken. Wij dineren uitstekend in het restaurant van het hotel. Zeer goede kwaliteit. Helaas beheerst men ook hier nog niet de kunst van het opmaken van de schotels met groenten of sla.
Het weer was vandaag heel prettig: zon, max. 23.5 graden.

Jaraíz de la Vera - Plasencia: 51km

Dinsdag 27 mei 2003

Vanuit Jaraiz rijden we naar Plasencia. In die plaats is het wat moeilijk manoevreren. Het oude centrum heeft smalle Markt in Plasencia straatjes en veel eenrichtingsverkeer. Bovendien is er een wekelijkse markt, die al sinds de 12e eeuw hier op dinsdag wordt gehouden. We parkeren buiten de oude stad en lopen naar het hotel Rincon Extrameño. Het is een eenvoudig maar prima hotelletje voorzien van douche, toilet en niet te vergeten airco. Het is helaas wel gehorig, wat betreft straat- en keukengeluiden.
We maken een wandeling door de stad. Er zijn twee aan elkaar gebouwde kathedralen. De vroeggotische nieuwe uit de 16e eeuw wordt nog gebruikt als kerk, terwijl de 13e eeuwse romaanse oude kathedraal tot een kerkmuseum is omgevormd. Er staan hier een flink aan kazuifels opgesteld en andere kerkelijke voorwerpen. De nieuwe kathedraal is nooit helemaal afgebouwd. Een zijde is gewoon dichtgemetseld.
We lopen door langs het bisschopspaleis en langs de parador van Plasencia. De stadsmuur is grotendeels in de bebouwing geintegreerd. Bij het bouwen van huizen heeft men de stadsmuur als achtermuur gebruikt. Daarom valt de stadsmuur nauwelijks op in het straatbeeld. De Puerto del Sol is de mooiste stadspoort.
Dan is het tijd voor lunch en een siësta. Na de siesta lopen we nog wat door de stad, sturen we een berichtje naar huis vanuit een internetcafé en drinken we wat op de inmiddels opgeruimde Plaza Mayor. 's avonds eten we in een matig restaurant bij het Aquaduct.
Het was vandaag weer mooi weer, niet al te heet, zo'n 25 graden.

Woensdag 28 mei 2003

Na het ontbijt rijden we naar het Parque Natural de Monfragüe. In het gehuchtje Viareal de San Carlos is het informatiecentrum. Hier krijgen we een kaart van het gebied. Er zijn drie uitgezette en bewegwijzerde wandelingen. Wij krijgen het advies om de rode route te gaan wandelen. Het is een mooie route, die een tijdlang klimt naar een kasteelruïne boven op een berg. Hiervandaan hebben we een prachtig uitzicht op het dal van de Taag en de rondvliegende roofvogels. Het zijn gieren en adelaars, maar helaas kunnen wij ze niet uit elkaar houden. Ook zien we de zeldzame zwarte ooievaar. Ze zweven langzaam over de valei en komen regelmatig dicht genoeg bij om tMonfragüee fotograferen. Een aantal vogelaars heeft zich op de bergtop met professionele apparatuur geïnstalleerd. We lopen langs de andere kant de berg weer af en volgen de rivieroever terug naar ons vertrekpunt bij de Fuente de Francia. Op de parkeerplaats daar worden ineens begroet door een vos. Hij kijkt wat schichtig om zich heen en verdwijnt weer. We rijden terug naar Vilareal de San Carlos om een broodje te eten. Dan rijden we met de auto een route door het Parque langs een aantal uitzichtpunten, waar we nog meer soorten grote vogels bewonderen. Vervolgens rijden we terug naar Plasencia, waar we rond 16 uur weer aankomen.
's avonds eten we eerst tapas aan het Plaza Mayor en daarna dineren we bij Meson Chamizo, een prima restaurant.
Vandaag was het weer flink warm met temperaturen tot 30 graden. 

Plasencia - La Alberca:    80km

Donderdag 29 mei 2003

Vandaag verlaten we Plasencia en ook de Extremadura en rijden naar de Batuecas streek in de regio Castilla y León. Via allerlei kronkelende wegen komen we rond 11 uur in La Alberca aan. Hier nemen we onze intrek in hotel Las Batuecas, een 3 sterren hotel met grote kamers inclusief diner en ontbijt. We gaan meteen verder en rijden naar de Peña de Francia de Las Batuecas hoogste piek van de Sierra de Francia op zo'n 1723 meter. Hier staat een voormalig klooster, een kapel (tevens bedevaartsoord) en een enorme tv-zender. Van hieraf hebben we een prachtig uitzicht op de Sierra, de Batuecas streek en de aangrenzende bergen van Las Hurdes. Het is helaas wel vergeven van de muggen. Het klooster is nu een Hospederia, populair bij de pelgrims, maar met een wat gebrekkige uitstraling en service. We drinken wat en rijden weer naar beneden. Via La Alberca rijden we naar de Portillo berg (1200 m) om vervolgens in Las Batuecas aan te  komen,  een vallei. Bij het Karmeliter klooster van San José, begint een wandeling door de vallei. De wandeling is niet zo zwaar en volgt de rivier, die door een prachtige kloof stroomt. Wel veel vliegen en muggen. Het is een enkel pad, dat we ook weer terug moeten lopen. Er zijn een aantal grotten met muurschilderingen, maar de meeste zijn gesloten. Inmiddels is het heel erg warm geworden (meer dan 30 graden). We rijden door naar Las Mestas, net over de regiogLa Albercarens in Extremadura. Daar lunchen we heel simpel. We rijden weer terug langs kronkelende wegen, die na elke bocht weer een mooier uitzicht bieden, naar La Alberca.
In de vooravond wandelen we door La Alberca. Het is een bijzonder dorpje, dat zijn bijzondere vakwerkhuizen prachtig heeft behouden. Het is een wirwar van smalle straatjes en schilderachtige pleintjes, waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. Alleen de winkeltjes met souvenirs verstoren het idyllische beeld. We drinken wat aan het grote plein en krijgen varkensoortjes als tapa. In het kroegje zit een club oude mannen voor de buis naar het stierenvechten te kijken. 
Het diner in het hotel valt tegen. Nogal minder dan doorsnee eten. Per gang is er keus uit 4 opties. De huiswijn is ronduit matig.
Vandaag was het heel warm, zonnig met temperaturen tot 31 graden.

 


Andere Reisverhalen

terug
verder