Zondag 2 juli 2000
Onze reisdoel van vandaag is Haines Junction, zo'n 300 km
verderop. Geen grote afstand, maar
met
alle Kodak-momenten en opgebroken weggedeelten,
doe je daar al gauw zo'n zes uur over. Bovendien moeten we
al na tien minuten in actie komen. Een moeder met twee
kinderen is gestrand met een lekke achterband. We doen onze
burgerplicht en verwisselen het wiel. De weg loopt
langs het Kluane
National Park. Een prachtig berggebied. Je kunt
er niet echt in. Er zijn geen wegen naar toe en trekken
wordt ontmoedigd. Het uitzicht vanaf de weg is wel erg mooi
en aan de andere kant van de weg ligt het grote azuurblauwe
Kluane Lake. We passeren gehuchten als Silver City en
Burwash Landing. De enige manier om wat van het National
Park en van de gletsjers te zien is een helicopter tour te
doen. En dat doen we uiteraard. Aan de zuidpunt van Kluane
Lake heeft Transnorth
Helicopters een helicopter gestationneerd. Wij kiezen
voor de Kaskawulsh Glacier tour, de tour die nog enigzins te
betalen is ($90 pp, minimaal drie personen voor 18 minuten).
Wij zijn maar met twee en we besluiten dan maar voor drie te
betalen. Net voordat we opstijgen komt er nog een derde
passagier aangerend en dat bespaart ons weer $90. Het is een
schitterende ervaring om met de helicopter (voor ons de
eerste keer) over de gletsjer te vliegen. Op de bergen
kunnen we ook Dall Sheep zien en de sporen van Grizly beren.
De vlucht is voorbij voor we er erg in hadden.
In Haines
Junction nemen we onze intrek in het Raven
hotel, een prima hotel, met verrassend goed restaurant
(voor een metropool van 795 mensen). De eigenaar werd ook
niet moe dat te benadrukken: "het beste van Alaska en Yukon"
... "behoort tot de beste 50 van Canada". We gaan op het
balkon zitten en schrijven kaartjes naar huis, tot de muggen
al te opdringerig worden. We vragen bij het Visitor centre
naar het Wildlife en met name de beren
in de omgeving. Wij krijgen de nodige tips van een
medewerkster, die van oorspronkelijk Canadese afkomst is.
"Lots of bears", verzekert ze ons, zijn te zien op de Haines
Road. Na het eten gaan de Haines Road verkennen. We zien
twee auto's langs de kant en dat betekent: Bingo! Langs de
kant zit een Grizzly Beer rustig in de
avondzon, alsof hij ons niet ziet. Met een voldaan gevoel
gaan we terug naar het hotel.
Maandag 3 juli 2000
We ontbijten op de kamer uit een
picknick breakfast box. Daarna gaan we weer beren spotten.
Het regent en we hebben geen succes. Daarna is het tijd
voor wat wandelingen. Voorzien van muskietennet en
veel spray gaan we op pad door een drassig gebied, gelukkig
voorzien van boardwalks hier en daar. We zien geen dieren,
maar wel veel sporen. 's middags ga ik nog zwemmen in het
Pine Lake. Volgens de park ranger is het niet koud, maar dat
moet je vooral ruim zien. Het water is ieder geval nog net
vloeibaar. 's avonds rijden we weer
langs de Haines Road en ja hoor, we worden weer beloond met
een dartelend zwart beertje op nog geen 25
meter van onze auto. Totdat er een camper achter ons stopt
en het hem te druk wordt. Hij huppelt vlug de bossen weer
in. We eten in het Raven hotel en het moet gezegd, het eten
is uitstekend. De eigenaar treft bij ons de juiste toon, hij
spreekt begripvol over het onfortuinlijk verlopen Euro2000
en determineert ons vakkundig als Feyenoord fans (!).
Dinsdag 4 juli 2000
Vandaag rijden we naar Whitehorse
en leveren de auto weer in. Totaal hebben we zo'n 1600 km
gereden. We checken in, in de High
Country Inn en huren mountain bikes. Van Wayne, de
verhuurder krijgen we wat tips voor routes en weg zijn we.
We fietsen over onverharde paden langs de Yukon rivier,
komen langs een visladder en beklimmen een paar stevige
hellingen. Vermoeid en voldaan keren we terug. We e-mailen
naar huis en eten 's avonds bij Panda's restaurant, dat
doorgaat voor het beste van Whitehorse, maar zonder
"attitude" en "dress-code" zoals ze nadrukkelijk bij de
ingang vermelden. De ober is zeer charmant en heet ook Erik.
We zijn moe en gaan terug naar de kamer. Die is wel erg warm
(ruim 28°C). We vragen en krijgen een kamer aan de
noordzijde, die iets koeler is.
Woensdag 5 juli 2000
We vliegen vandaag naar Vancouver.
Als we bij ons guesthouse aankomen regent het en staan we
voor een gesloten deur.
Check-in tijd blijkt van 16-18 uur te zijn. Was ik even
vergeten. Geen nood. We stallen de bagage bij de buren en
gaan de stad in. Het Nelson
House
B&B is prima. Het is een klein (zes kamers),
doch luxueus gay pension. Heel gezellig.
We nemen de bus naar Canada Place. Daar is
de cruise terminal, waar de "Veendam" van de Holland Amerika
op het punt staat te vertrekken. Mooi gezicht. We gaan de
uitkijktoren op en bekijken de stad van grote hoogte. Daarna
nemen we een kijkje in de Gastown, het historische centrum
van Vancouver. Het is vernoemd naar "Gassy" Jack Leighton,
die hier in 1867 een saloon begon voor de vele werkers in de
houtindustrie. We eten later in een Singaporees eethuisje
(Kam's place, Davie Street) en drinken weer koffie (na een
week) bij Starbucks. 's avonds staat een verkenning van de
gay scene op het programma. Woensdag is uiteraard niet de
ideale avond om uit te gaan, maar het valt niet tegen, met
name langs Davie Street, de Gay Village van Vancouver.
Donderdag 6 juli 2000
We beginnen vandaag met een fietstocht van
tien kilometer door een zonnig
Stanley Park,
het grootste stadspark van Noord Amerika. Heel mooi. Het
park is een stuk, enigzins gecultiveerde, wildernis, dat in
1886 door het pas ingestelde stadsbestuur tot permanent park
werd verklaard en daarmee werd gespaard voor de houtkap. Een
goed voorbeeld van een vooruitziende blik. Na de fietstocht
leveren we de fietsen in en varen met een voetveer naar de Granville
Markt, een drukke overdekte markt. Behalve
levensmiddelen kopen kun je er ook snel en lekker eten.
Tenslotte gaan we naar de Grouse
Mountain in North Vancouver, de rijke buurt van
de stad. Het ligt aan de overkant van de Burrard inlet, die
we met de Seabus, een zeer efficiente catamaran-ferry,
oversteken. Dan met een bus de heuvel op naar het
grondstation van de kabelbaan. In acht minuten stijgen we
bijna 1000 meter. Prachtig uitzicht vanaf de top, waar ook
paragliders opstijgen. De berg is ook te voet te bedwingen,
maar dat is nogal zwaar. In de avonduren hebben we
genoten van een Japanse maaltijd bij Haro en het gay
uitgaansleven, dat zeer uitgebreid is voor Canadese
begrippen.
Vrijdag 7 juli 2000
We starten de dag met een zeer origineel
en uitgebreid ontbijt in "ons" Nelson House pension. Na het
ontbijt nemen we afscheid en gaan we met een taxi naar Hertz
Car Rental.
Daar krijgen we een mooie auto mee (groter dan besteld, een
Pontiac Grand Prix SE voor de kenners) en rijden we de stad
uit naar Kamloops. We nemen de Transcanada 1 via de Fraser
Valley. Een mooie route. Bij Hell's
gate, een stroomversnelling in de rivier, stoppen we
om het wat van dichterbij te gaan bekijken. Met een
kabelbaan gaan we naar beneden naar de rivier. Indrukwekkend
snel spoelt het water onder ons door. De stroomversnelling
is ontstaan door een ongelukkig veroorzaakte
aardverschuiving bij de aanleg van de spoorbaan. De rivier
is later kunstmatig vertraagd om de zalm weer de kans te
geven om kuit te schieten. Onderweg worden we zo nu en dan
door een regenbuitje verrast, maar over het algemeen is het
aangenaam weer. In Kamloops, dat een weinig memorabel
stadje is, logeren we in de Executive
Inn, een zakenhotel, dat wel toe is aan een
opknapbeurt. 's avonds eten we bij Pete's
Pasta. Een uiterst populair pasta restaurant, gerund
door Peter uit Zwitserland. Zijn pasta is heerlijk en Peter
verzekert ons dat dat als Oranje zijn overigens heerlijke,
pasta had gegeten, het kampioenschap heel anders zou zijn
verlopen!! Misschien een tip voor de volgende bondscoach.
Naam en adres van het restaurant zijn bij ons bekend!! We
besluiten de avond met een bezoek aan de bioscoop: Mission
Impossible 2.
Zaterdag 8 juli 2000
Vandaag gaan we op weg naar de Rocky
Mountains. De weg erheen wordt in de zomer flink
onderhanden genomen. Er zijn veel opbrekingen, hetgeen nogal
vaak tot vertragingen leidt. Het lucht is bewolkt en zo nu
en dan krijgen w e
een bui te verwerken. We rijden langs Mount Robson, met 3954
meter de hoogste bergtop in de Rockies. Enige tijd later
komen we bij de ingang van Jasper
National
Park. We moeten $6 per persoon per dag betalen.
De entree geldt voor alle nationale parken van Parks
Canada, dus ook voor Banff, waar we later heen zullen
gaan. Een jaarpas is ook mogelijk voor $70, maar dat halen
we er niet uit. Het park is meer dan 10.000 kmē groot en
biedt veel mogelijkheden voor wandelen en trekken. Gelijk
bij het binnenrijden van het park zien we een grote elk, een
soort hert grazen langs de kant van de weg. Dat kan toch
geen toeval zijn! Rond half vijf komen we aan bij de jeugdherberg
van Jasper. We hebben een simpele, doch eenvoudige
private room geboekt. We eten 's avonds in Jasper Townsite
in een steak restaurant (waar we korting krijgen met onze
JH-kaart) en e-mailen naar Nederland. 's avonds geeft een
medewerker van de jeugdherberg een voordracht over de beren,
die rond Jasper verblijven. Wat moet je vooral wel en vooral
niet doen. Belangrijkste is: voorkom een ontmoeting met een
beer. Als je een beer ontmoet, dan heb je al wat verkeerd
gedaan. En: de leuke beerbelletjes die je overal kan kopen,
klinken op den duur niet alleen irritant, maar helpen niets.
De beer hoort ze niet of is er niet van onder de indruk.
|